Geklooi

Dus, ik lig in het hoge gras tussen bloemen en krekels die een herkenbaar zuid europees geluid maken. Naast me staat mijn tent en een rustig liedje van Douwe Bob staat op en ik heb een bietje. En dit alles klinkt een stuk beter dan het in werkelijkheid is. Namelijk, op ongeveer twee meter achter me, gescheiden door een heg, ligt een weg en ik hoor een trekker in de verte. Mijn tent staat tussen de open weilanden en boerderijen en de muggen komen nu op. Het schemert en morgenvroeg zal mijn tent gezien worden, maar voor nu is dit de enige optie. Bovendien, als je goed kijkt, kun je đe tent vanaf de weg zien. 
   Goed, waarom lig ik hier? Dat ga je lezen; het was alleen maar ellende; de hele dag was ik al aan het twijfelen en dat heeft niet meegeholpen.
   In de ochtend liep ik van Ruben weg, hadden we het over de Paus, lees hiervoor een andere blog. In Nijmegen twijfelde ik of ik een boek wilde kopen over het christendom en dat is me niet gelukt. Ook twijfelde ik of ik een ukulele wilde kopen. Ook deze opgave werd te lastig. Het was 14:00 en ik was nog steeds in Nijmegen. Ik twijfelde of ik naar Groesbeek wilde lopen of naar Kranenburg. Ik liep maar gewoon richting het bos en kwam al snel uit in een dorpje dat 'Heilig Landstichting' heette. Hier vlak naast stond een enorme kerk, middenin een bos. En aagezien de hele dag al in het teken van Christendom stond, ben ik de kerk maar ingelopen. Het was een prachtige kerk met brandende kaarsjes en kleurrijke muurschilderingen. Er stonden een man en een vrouw bij de ingang, beiden in het zwart gekleed.
   'Mag ik u een vraag stellen? Wat weet u over de zeven zonden?'
   'Oh, over de zeven zonden weet ik niet zoveel. Ik kende twee mannen; beiden hadden ze een poetsvrouw aan het werk en de ene man was aan het poetsen en de ander was aan het toekijken.' Ze had een enge grijns op haar gezicht. Steeds als ze lachte, zag ik haar tanden onder haar rooie lippenstift en de zwarte oogschaduw rondom haar grijze ogen. Haar neusflappen trok ze op tijdens het lachen. 'Tis moeilijk te beschrijven maar ze had iets griezeligs. 'Maar de ene man die aan het toekijken was vroeg: "waarom ben je aan het poetsen, je hebt toch een poetsvrouw?" "Klopt." Antwoordde de man, "maar dat wil nog niet zeggen dat ik me te hoog voel om zelf te poetsen." En dat vind ik nederigheid. Je moet nederig zijn. En nieuwsgierig, wees nieuwsgierig en doe dingen. Mag ik vragen wat jij gaat doen?'
   Ik vertelde haar het verhaal en dat ik de Paud wil vertellen dat Jezus van het kruis moet, omdat hij dan nog steeds zijn zonden bij zich heeft.
   De vrouw deinsde achteruit en kuchte. 'Maar dat kun je toch niet zeggen? Wat onbeschoft, en waarom vind je dat dan? Neehoor, daar kan ik echt niet bij en ik vind ook dat je daar je neus helemaal niet in moet steken.' Haar man was naast haar komen staan. Hij had blauwe aderen over zijn lijkwitte hoofdhuid lopen en een klein beleerd brilletje. Hij zei niet zoveel, maar kwam naast haar staan op een manier alsof hij me de weg wilde blokkeren en ik niet meer welkom was.
   'Nou, Jezus is gekruizigd,' zei ik, 'en heeft toen zijn zonden achter gelaten in het graf toen hij weer was opgestaan. Waarom zou hij nog steeds overal aan het kruis afgebeeld worden in een tijd vol zonden. Je wilt toch mensen zonder zonden hebben?'
   De vrouw lachte weer. 'Dat is omdat Jezus de lasten van de wereld op zijn schouders draagt, dat doet hij voor jouw.'
   Bullshit, dacht ik.
   'Maar goed, daar is de deur. Rome is die kant op.' Ze wees achter me.
   Ik liep weg met die vrouw in mijn broekzak.
   Door het bos liep ik verder en nam een paar verkeerde afslagen en twijfelde bij knooppunten. Ik wisselde mijn broek en kwam weer langs de weg te lopen en vergat mijn stok. Het schoot voor geen meter op. Om 17:00 was ik nog steeds in de buurt van Nijmegen en kon ik de afslag naar Groesbeek nemen en deed dat. Maar toen liep ik terug en ging toch rechtdoor richting het zuiden. Groesbeek en Kranenburg waren richting het oosten en ik moest eigenlijk riching het zuiden. En uiteindelijk hakte ik de knoop door en besloot naar een camping in Plasmolen te gaan, puur om de naam, en omdat het er wel leuk uit zag. Ik liep verder en verder en kwam langs heuvels en over bruggetjes door het bos. Het landschap was mooi. Nadat een mevrouw me een mooie weg had gewezen kwam ik ineens bij een enorme heuvelachtige heide uit. Alleen maar paarse heide. Het was prachtig. Ik liep et dwars doorheen, helemaal van het padje af. In het midden brulde ik een paar keer naar het leven; ik was immers de enige in dat gebied. Ik was al vlakbij Plasmolen en Markie belde me nog op. Hij had een plan om volgende zomer met een groepje naar Amerika te gaan om een roadtrip te maken. We verzonnen hele plannen en het was fucking exciting!
   Ineens kwam ik bij een bankje uit waar twee keurig geplaatste flesjes appelsap stonden, een bloemetje in het midden, een flesje water en een jack, maar geen persoon. Ik pakte het fles appelsap en riep: 'Hallo?' Ik had namelijk dorst en kon er wel één gebruiken. Maar ineens hoorde ik een: 'Hey' terug. Het was van dichtbij, maar ik kon het  coördoneren en zag niemand. Ik liep naar het geluid en ineens zag ik een oud mannetje in een boom zitten. 'Ik wacht op een vrouw met wie ik afgesproken heb.'
   'Ahw, heeft u een date?'
   'Nou een soort van. Ik ben benieuwd naar haar reactie als ze dat ziet.'
   'Oh, dan zal ik snel doorlopen voordat ze komt.'
   En daar kwam ze al. Ze keek er naar en lachte. 'Henk, waar zit je?'
   Het mannetje begon als een vogeltje te fluiten.
   'Gekkerd, wat doe je nou in de boom?' Lachte ze. 
   Ik keek toe wat er gebeurde. Hakkerig kwam hij de boom uit en ze gaven elkaar een knuffel.
   Heel leuk om te zien. Maar ik ging verder en kwam bij de camping uit. Ik was moe en toe aan eten. Het was al acht uur's avonds en ik moest mijn tent nog opzetten. '29,95 alstublieft.' Zei hij. En voordat ik doorhad hoeveel de camping kostte, legde ik mn pinpas al op de machine. Daar ging dertig euro. Ik baalde er van en toen ik naar de plek toe liep en mijn tas uit begon te pakken en mijn tent uitrolde, dacht ik: fuck dit, ik ga geen 30 euro betalen om op een matje in mijn eigen tent te slapen. Er is geen stroom en deze camping had niet eens water; de leidingen waren doorgeknapt. Ik liep terug en vertelde hem dat ik niet op de camping wilde slapen en dat ik mijn geld terug wilde.
   'Dat kan, maar dan reken ik wel administratiekosten.'
   'Prima, vijf euro?' Vroeg ik doch dringend.
   Ik kreeg het geld terug en hij ging akkoord met de administratiekosten. Wel moest ik een andere plek zien te vinden en zag aan de overkant van het meer allemaal visserstenten staan. Ik twijfelde maar liep er heen. Toen weer twijfelde ik, maar ik zag geen andere optie; het was redelijk beschudt tussen de bomen en ik dacht: als die vissers het mogen, mag ik het ook.
   Ik zette mijn tentje op en begon te kloten met het keteltje wat ik bij me had; het veel te dunne keteltje wat op vuur werkte en veel te hoog was, al helemaal toen ik er een pan met kippensoep op zette. Het ging goed nadat ik een paar keer mijn vingers brandde. Maar toen kwam er een visser naar me toe. 'Ga je wild camperen? Want ze zijn hier net een aantal keer langsgereden van de politie en ik denk dat ze vannacht weer gaan controleren. Vooral naast die campings.'
   'Oh shit,' zei ik en keek naar het keteltje, die ineens wel heel scheef stond. En ik zag hem gaan, het ging in slowmotion. 
   'Ooooh de soep!!' Riep de visser.
   Ik probeerde hem nog vast te pakken maar was te laat. De soep lag al over het gras en het vuurtje verspreidde zich. De man stampte het uit en zei: 'Ik zou een ander plekje zoeken als ik jouw was, en liep weg. Maar ik had honger en wilde redden wat er te redden viel. Ik pakte mijn meslepelvork die ook ineens door midden gebroken was en at de stukjes kip en pastaslierten gemengd met gedroogd gras van de grond. Het was niet veel. Gelukkig had ik nog wel gekookt water en thee. Ook had ik nog twee biertjes waar een aantal calorieën in zaten. Maar het was tien uur 's avonds in de schemering en ik wilde geen boete dus moest een nieuwe plek gaan vinden. De tent brak ik niet af want daar had ik geen zin meer in. Ik nam hem in zijn geheel mee op de schouder en keek voor de eerste de beste plek waar ik kon liggen en dat is hier.

Reacties

  1. Hoi Freek, we vonden het heel plezant dat we u en je vader zijn tegengekomen op het Pieterpad. We lezen elke dag met veel plezier je blog. We wensen je veel boeiende ervaringen. Eric en Inge uit België

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dankjewel Eric en Inge. Wij vonden het ook heel leuk om jullie te ontmoeten.

      Verwijderen
  2. Nou succes nog was plezant je gekent te hebben groetjes oma corrie

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten