Dag 1

Ìk zit nu op een stijger aan de vecht met mijn laptop op mijn schoot, bungelend met mijn voeten. Het water stroomt stapvoets richting de kant waar het heen stromen moet. De zon is net onder. Mijn tentje staat op een camping in Ommen tussen alle caravans en campers met voortenten ervoor. De gemiddelde leeftijd ligt hier rond de zestig jaar. Zojuist liep ik langs een caravan waar een schotel voor stond en de tv keihard aan stond. Het ging over Gordon zijn drankmisbruik. Ik keek perongeluk naar binnen en zag Gordon lachen.
Afijn, ik heb een goeie eerste dag gehad en na twee kilometer heb ik de eerste blarenpleister al moeten plakken. In de stromende regen heb ik mijn tas bij iemand onder de hooizolder neergegooid heb mijn hak afgeplakt. Niet veel later begon ook de tweede hak te schuren en heb ik ook mijn tweede hak af moeten plakken. Ik was nog niet in Balkbrug. Waar begin ik aan? Dacht ik toen er weer een plensbui over me heen viel. Deze keer had ik een boom om onder te schuilen. Gelukkig was die er en alle regen die naast me viel, kon ook niet meer opnieuw vallen, dus dat was mooi meegenomen.
Ik liep verder en begon te zingen over trekkers en watsapp buurtpreventiegroepen. Onderweg kwam ik een paar bekenden tegen in Balkbrug, jongens die bij mij in het voetbalteam zaten. Éen van hen begon me te filmen en vragen te stellen.
'Freek, waar ga je heen?'
'Naar Ommen.' Ik lachte naar de camera. Ik zou die avond samen met Robin en zijn nieuwe voetbalteam meetrainen, gewoon voor de kicks en om wat mensen te ontmoeten en later bier te drinken. Alleen kreeg ik met die zware tas van 35 kilo op mijn rug en de gitaar in mijn hand steeds minder zin om te gaan trainen. Niet dat ik niet meer wilde, maar er begonnen drukplekken te ontstaan onder mijn voeten en mijn schouders begonnen in te zakken en ook mijn knieën vroegen zich af waar ik mee bezig was. Ik vroeg me af waar ik mee bezig was. Waar ben ik mee bezig? Waarom heb ik die vodkafles meegenomen? Waarom heb ik die stoeptegels bij me? Deze laptop waar ik op typ is vier kilo. Ik liep door want het was sonde om nu weer om te keren en mijn tas leger te maken; ik was immers al iets over de helft, bij witharen. Hier stopte ik niet. Ik liep in één rechte lijn door. Naast me lag die lange rechte weg waar auto's honderd over rijden. Ik begon me echt af te vragen waarom ik deze reis begonnen ben.
   Ook dacht ik aan mijn ouders en aan mijn vrienden die ik achter zou laten. Waarom ga ik dit doen terwijl ik kan feesten met mijn vrienden en mijn leventje kan lijden in het dorp waar ik geboren ben? 'Je hebt hier een aantal maanden geleden voor gekozen.' zei een stemmetje in mijn hoofd. 'Je stond er honderd procent achter. Waarom nu al opgeven? Kijk gewoon wat er allemaal in Ommen is.' Dit stemmetje gaf mij energie om gewoon door te gaan en van het leven te proeven.
In Ommen aangekomen werd ik door Robin opgehaald met de auto. Ondertussen kreeg ik een bericht van mijn ouders dat ze graag samen met mij de diplomauitreiking van mijn zusje wilden kijken dus kwamen zij ook naar Robin toe. Die hele voetbaltraining kon me wat, dus ben ik samen met mijn ouders in een caféetje gaan zitten om online de diplomauitreiking te kijken. Bovendien had ik nog niet echt afscheid genomen van mijn moeder, dus was het fijn om haar even te zien.
'Een portie bitterballen, een patatje, een geitenkaassalade en een brood, alstublieft.'
Ik vrat het allemaal op. De geitenkaassalade bestond uit druiven, blaadjes sla en walnoten met een liter balsamico er overheen gegoten en op de bovenkant een bonk geitenkaas. De geitenkaas was lekker.
   Ik vind het lastig om te schrijven op deze manier omdat ik weet dat ik het openbaar wil zetten, dat schrijft toch anders.
   Ik heb ook nog even contact gehad met een paar vrienden en het was fijn om hun even te spreken. Ik ben blij met zulke vrienden die zoveel om me geven. Ik kan niet wachten totdat ze een stukje met me mee willen lopen.
   Trouwens, wat wel leuk was, was dat ik onderweg een heleboel fietsers tegenkwam waarover ik zong. Ze keken me wat verward aan maar ik vond het leuk. 'Mevrouw trapt op haar trappers en fietst hard, ze heeft een zonnebril en lijkt op Patty Brard.'
   Mijn ouders hebben me verder gereden naar de camping en hebben me geholpen om de tent op te zetten.
   Het is schemer aan de vecht en aan de overkant zie ik het silhouette van het struikgewas en een kleine rode luchtlaag in de verte. Ik heb het koud en ga nu in mijn tent chillen, als ik nog op mijn benen kan staan. Effe een boekje lezen en dan heerlijk slapen. Of even keihard janken.
   Ik slaap nog niet en heb net even fijn contact gehad met iemand die nu in Ommen zit en waar ik vanavond op een paar meter langsgelopen ben maar niet gezien heb. Ze leest nu deze blog door en geeft er zometeen haar mening over. Spannund. Ondertussen plaats ik het vast.


Reacties

Een reactie posten