Problemen met het oog, Linda en Rixt en ome Jan.

Hallo!
Ik zit onder het afdakje van een stacaravan op een super fijne camping. Er zijn hier gasfornuizen, waterkokers, warm water en broodroosters, heerlijk. Regen druppelt zachtjes op het dak en het is tien voor elf 's ochtends. Ik wacht totdat ik zometeen bij de huisarts terecht kan; gisteren heb ik tijdens het breken van een stok een splinger in mijn oog gekregen. Ik brak hem tegen mijn knie en toen schoot'ie er in. Vannacht heeft het zitten irriteren en vanochtend zat er allemaal prut in mijn wimpers. Ik hoop dat de dokter zometeen iets weet. 
   Gister hele leuke mensen ontmoet; Linda en Rext uit Valkenburg. Ze lopen ook het pieterpad en zijn ook in Vorden begonnen.
   'Wanneer je in zuid-Limburg bent aangekomen, mag je wel bij ons in de boomhut slapen,' zei Linda. Ze gaf me haar nummer en ze zijn zojuist vertrokken naar Braamt. Ik volg hen wanneer ik bij dokter bibber ben geweest. Ik hoop niet dat ze gaan snijden. Whaaa, krijg de rillingen over mijn lichaam als ik er aan denk.
   Gisteravond heeft Linda ook nog van alles geprobeerd, maar heeft er weinig uit gekregen, en dat terwijl ze in een ziekenhuis werkt achter het röntgenapparaat. Maar wees niet ongerust, ik ben gelukkig niet blind ;).
   Goed, de was hangt nog even te drogen dus ik ga nu naar de dokter en kom dan weer terug bij de camping en ga dan wandelen. Update volgt vanavond. Doedels!

Wat een fijne mensen waren Linda en Rixt. Lieve ogen en een warme glimlach.
   'Je hebt collega's!' Zei de campingbaas toen ze hen de weg leidde naar hun plek. Ze stonden aan de andere kant van de heg en kwamen een paar keer langsgelopen. Ik was aan het typen dus had geen tijd om om te kijken. Nu zit ik trouwens in de wachtkamer. Help, er gaat een deur open en ik zie het al helemaal voor me, vastgebonden in een martelstoel met allemaal boormachines en messen in een zilveren afgeplakte ruimte.
   'Meneer Haveman?'
   'Meneer de dokter?'
   'Goeiemorgen, dokter Snijder.'
   Slìk
   'Zo, ik hoorde dat je iets met het oog hebt, ga maar even liggen, sluit je ogen, dan ga ik even kijken wat er aan de hand is.' Hij begon met een staaf te prikke en het irriteerde enorm. 'Heb je nog last?'
   Ja natuurlijk heb ik last als je met dat ding in mn oog zit. 'Ja dokter."
   'Ja inderdaad, ik zie dat het nog behoorlijk irriteerd inderdaad, maar ik zie niets en ook geen wondje, maar die irritatie is duidelijk. Je ziet nog wel goed heh?'
   'Nou nu niet echt meer, maar net wel.'
   Hij lachte. 'Goed, dan gaan we nu even verdoven en dan doe ik er een zalfje op, misschien moet ik boren maar daar ga ik niet vanuit.' Hij keek op zij. 'Ik ga even een gaasje halen en die plak ik er dan op zodat je oog niet meer openIk lig in bed, hoofd naar boven, niet kijkend naar het beeldscherm, kijkend naar de zwarte vlek voor mijn oog. Morgen mag dat ding eindelijk af. Het is twaalf uur 's nachts. Ik ben in de bed eand breakfsast in Braamt, net even afgetrokken., gedouched, prima allemaal.an. Dan forceren we hem om dicht te blijven. Dan kan het herstellen want als je je ooglid steeds over het plekje veegt, blijft die eventuele beschadiging aanwezig.'
   Nu loop ik dus met een afgeplakt oog en een enorm wit ding er op er op en kan 24 uur alleen met links kijken. Ik ben hem in ieder geval dankbaar voor zijn hulp. Of het gaat werken weet ik niet want zelfs nu, met verdoving voel ik die irritatie. Ik ga mijn spullen pakken en wandelen naar Braamt. De fysieke gesteldheid wordt met de dag minder, maar we zullen doorgaan, Frans, mijn wandelstok en ik.

Ik lig in bed, hoofd naar boven, niet kijkend naar het beeldscherm, kijkend naar de zwarte vlek voor mijn oog. Morgen mag dat ding eindelijk af. Het is twaalf uur 's nachts. Ik ben in de bed and breakfsast in Braamt, net even afgetrokken, gedouched; tis net een hotel hierzo. Mijn pa is hier ook aangekomen en wandeld morgen met me mee naar Lobith-Tolkamer, daar waar de Rijn ons land binnenkomt.
   Ik ben hier aangekomen, maar vraag niet hoe. Nu ga ik toch uitleggen hoe.
   Toen ik rond 1 uur 's middags van de camping af liep, voelde ik de voeten en de druk op de onderkant alweer opkomen. Dit keer had ik één oog om te gebruiken en wist niet helemaal hoe dat zou gaan; ik was lichtelijk bang voor verkeer wat ik over het hoofd zou zien en ik liep zo mank als wat. De blaren waren nog niet hersteld en er begon zich een nieuwe te vormen onder de onderkant van mijn kleine teen. Maar ik moest door; er was geen andere optie! Dus zette ik 'Deurdonderen' van Normaal op en begon door te stampen. 'Onderweg had ik een lekke band, de fietse donderik aan de kant. De benenwagen nanana, dat is deuuurdonderen!' Of 'Ik zag niks, want ik mos pissen.' Maar dan was alleen het 'ik zag niks.' Stukje van toepassing. Deze muziek knalde door de straten van Zelhem. En het kon allemaal; dit plaatsje lag ten slotte in de buurt van Doetinchem.
   Het begon te regenen. Hier was ik op voorbereid want ik had al een poncho aan.
   'Hey marskramer.' Zei iemand.
   'Hey'
   'Ik zeg hey marskramer.'
   'Ja ik hoorde u. Ik zeg hey.'
   Dit was ons gesprek. 'Fijne wandeling.' Zei hij.
   En ik viel natuurlijk ook wel op met muziek van normaal, een wandelstok waar veren uitstaken, een enorme tas, een oogpleister, een mank loopje, een stukje wc papier op m'n hak en een poncho; een echte marskramer.
   Ik liep door en kwam in de bossen uit. Een prachtig, sprookjesachtig kronkelpaadje die leidde naar een enorm kasteel van adel. Hier kon je koffie en gebak halen en ik ging er naartoe. 'Kan ik wat komen eten?'
   'Jazeker, wil je binnen of buiten zitten?'
   'Nee wacht, ik heb me bedacht, ik loop door.' Ik had immers om zes uur bij de bed & breakfast afgesproken en zou met hen mee eten; ik kon ze niet laten wachten.
   'Frederik puntdroad!' Hoorde ik ineens achter me. Dat kon niemand anders zijn dan mijn ome Jan. Ik draaide me om en daar zat hij met Marjan onder een parasol te schuilen voor de regen. Hij stak zijn duim op. 'Kom eens even hier, gaan we een kop koffie drinken.'
   Ik liep er heen.
   'Je hebt je riem helemaal verkeerd zitten man. Ie heb een kliksysteem en dan moak ie dr een knoop in? Ie bent me dr iene.' Hij lachte zich scheel. 
   'Ik kan niet te lang blijven want heb afgesproken om 6 uur!'
   'Nee das prima, dan goat we nu!' Hij stond op en samen liepen we verder. Jan en Marjam liepen ook het pieterpad en hadden er die middag al 25 kilometer op zitten. Als ze wilden deden ze er nog 30 bij, onvoorstelbaar. Ook het tempo waar ze in liepen, nauwelijks bij te houden. Wel vergat ik daardoor de pijn in mijn voeten en tikten de kilometers aan.
   'Zeg wat heb je nou allemoal gedaan na je middelbare school ienglijk?' Vroeg hij.
   Ik vertelde hem alles, het hele verhaal.
   Hij keek me een poosje aan en zei: 'Ik denk dat ie de beste paddenstoelenkweker van Nèderland wordt.'
   Misschien had hij gelijk. Eerst wilde ik in mijn leven reizen en ervaringen opdoen en gewoon mijn eigen legende leven. 'Daarna word ik wellicht paddenstoelenkweker. Vind het sowieso leuk om met eten te werken. Kok of zo, is ook super tof!'
   'Zeg, ie kunt ook gewoon zometeen als t wienseizoen is aangebroken, en ie bent in Frankriek, droev'm goan plukken als bijbaantje. Voak hebt ze doar allemoal kastelen waar ze nog koks nodig hebt. Overal in de wereld zijn koks tekort. En bov'mdien leer ie doar van alles over hoe je wien maakt.'
   'Wat een top idee!' Ik vond het een inspiratie
   'Weet ie,' zei hij, 'je hebt ontzettend veel mensen die hebt hun hele leaven kijhard geknokt hebt, op de middelbare keihard geknokt en nipt de havo gehaald, dan de hbo, keihard geknokt en nipt gehaald. En dan doet ze een beroep wat ze ienglijk niet aan kunt, maar wel hun hele leaven blieven doen. Als ik bijvoorbeeld neurochirurg zou worden, dan zou ik doodongelukkig worden, omdat ik dat ienglijk niet oan zou kunn' moar ik ben hardstikke blije met mien boan als huusarts. En dat moej' zien te vind'n ie mut een beroep vinden wat je aankan.'
   Ik was geïnspireerd door hem. 'Ik zou eigenlijk wel schrijver willen worden.'
   'Als dat echt is waj wilt en woar ie gelukkig van wordt, moej dat doen!'
   Dus ben ik nu een blogje aan het schrijven.
   Ze kwamen bij hun camping aan en ik nam de afslag om verder te lopen. Ik moest nog een kilometer of tien. Mijn poten begonnen weer pijn te doen en het manke houterige loopje kwam terug. Ik dacht veel aan het gesprek met mijn oom. Ik dacht: misschien neem ik wel een lift naar Turkije en ga ik daar op een druivenplantage wijn leren maken. Mijn vader heeft daar vrienden die dat doen dus hmmm...
   Als een soort captain Spearrow met een stok en ooglapje kwam ik nog net op tijd aan bij de B&B. Hier hebben we een heerlijk gangendiner gegeten, gemaakt door hobbykok Willem. Mijn vader was er al en bovendien nog een aantal anderen die mee aten. Bij een openhaardvuurtje, met vier verschillende tafels uit elkaar wegens corona hebben we gegeten. Er werd bourgondisch genoten met een Belgisch echtpaar en een Nederlands echtpaar die alle routes door Europa al bijna gelopen hebben. Allemaal deden ze het pieterpad en nu lig ik in bed en ga ik slapen. Morgen naar Millingen lopen, half acht mien bed uut!
   Nog adresjes toevallig? Laat het weten!

Reacties