Dagje bij de Spar

 Nou, t wurdt tied veur een neie blog.


Klaar om te schrijven zit ik op de computerkamer boven en bedenk ik me wat ik nou eigenlijk de fijnste schrijfplek vind. Op zich is het hier wel fijn schrijven, maar een utopische gedachte in mijn hoofd verteld me dat het beneden net iets fijner is, in ieder geval warmer..
Het is slechts een gedachte want het is hier prima en die utopie is hier nu en niet beneden.

Ik wilde het hebben over een avontuurtje bij de Spar gisteren, in het stadscentrum van Zwolle, waar weer allemaal gekke mensen rondliepen. Van tevoren was ik druk in mijn hoofd en ging het alle kanten op en werd er negatief van. Ik besloot deze negativiteit te accepteren en gewoon het beste er van te maken en mensen te observeren. Ik heb zitten schrijven op een keukenrol en aan het eind van de dag was die rol wel twee meter lang. Tussendoor schreef ik op:

'Mevrouw van de slijterij. –


Een ronde mevrouw in panteroutfit, leeftijd rond de zestig, glimmend gezicht, korte haren en een sterke geur vroeg met een Belgisch accent: “Kannik u wat vragen? Ik zoek génévèr.. of whiskey, iets in die richting. Ik wil graag iets sterks, hebben jullie dat?” De hele winkel kon het horen.
    “Nee mevrouw,' fluisterde ik, 'dan moet u bij de slijterij zijn.”
    “Wablief? En waar is die slijterij dan? Charles!?” riep ze met haar handen als een trompet om haar mond heen. “We moeten bij de slijterij zijn!”
    “Bij de oude kerk mevrouw.” fluisterde een man in de rij.
    “Charles?! De oude kerk! We moeten naar de oude kerk, Charles!?'
Maar Charles was nergens te vinden, hij stond al lang buiten, verscholen onder zijn klepmuts en zijn kraag, naast de winkel op een hoekje van de straat. Zijn neus was rood en snoof in de richting van de oude kerk.
    'Charles! Ik had niet gezegd datte ge al buiten mocht staan. Wa denkte wel nie.' Ze gaf hem een corrigerende pets op zijn billen en samen liepen ze weg terwijl zij nog even in zijn wang kneep. Iedereen in de rij van de kassa boog hun lichaam naar rechts om te kijken wat er op straat gebeurde.
    "Hey nie zo gluuren" zei ik. "Wa denkte ge welnie?"'

Ik draaide mijn lichaam terug en schreef verder. 'Oh excuus mevrouw, uw boodschappen natuurlijk.' Nadat de rij voorbij was schreef ik verder:

'Een mevrouw die vier flessen wit kocht keek naar me. Ze had een strakke broek aan, zwarte haren, een jaar of drieëndertig en klasse, je zag het aan haar. Ze had geen haast en de blik in haar ogen verraadde dat ze vanavond dronken ging worden en keihard geneukt ging worden. Op haar hoge hakken stapte ze met lange benen en grote zwaaiende passen de winkel uit. Haar heupen, strak in zwarte lederen skinny jeans zwaaiden heen en weer en haar paardenstaart ook. Ik zwaaide ook nog maar ze keek niet meer achterom.'

Naar wie ik ook zwaaide, was een iets jonger meisje:

'Ze had veel groenten en fruit in haar mandje en een bio chocoladereep. Ze kreeg te veel wisselgeld terug van de machine. We stonden als enigen in de winkel en ik vond haar bewuste keuze van boodschappen wel wat. “Is dit niet teveel wisselgeld?” vroeg ze.
    “Het is van jouw. Het geluk is met je vandaag.”
    Ze keek me aan. “Meen je dat?”
    “Ja, het moest zo zijn. Omdat je zo goed bezig bent.”
    “Waauw!” ze sprong bijna een meter de lucht in en giechelde. De billen in haar yogabroek giechelden mee. Zwalkend, wankelend, bijna tegen de deur aan lopend liep ze de winkel uit.
    “Geniet van je komkommer .” zei ik.' en schreef op wat me opviel aan haar.

Tja, dit schreef ik allemaal op. Ik heb nog meer opgeschreven en wil het ook nog even hebben over de rokers. Je ziet het precies wanneer iemand een pakje peuken wilt halen; het vlotte loopje, de strakke blik in hun ogen, vastberaden over het soort pakje dat ze hebben willen, handen diep in de zakken van hun winterjas, even een vlug kijkje opzij en... 'Een pakje L&M graag, blauw, acht vijftig.' vaak wijzen ze nog even naar het schap achter me.
    'Deze?'
    'Ja.'
    'Acht vijftig alstublieft.'
    En dan, de diepe zucht met gesloten ogen en de schouders die zakken wanneer het bevreidende bliepje van de pinautomaat zegt dat de betaling geslaagd is. 'Werk ze nog, heh.' met een knipoog en een makkelijk pasje lopen ze de winkel uit.
    Met een vlot pasje lopen ze de winkel dan weer in. 'Oh en een aansteker graag.'
    'Ja, die hebben we helaas niet.'

Er was nog een roker die vroeg om een pakje American Spirit.
    'Oh, die ken ik helemaal niet.' zei ik.
    'Is zonder pecalcitranten dacht ik.'
    Pecalcitranten? Dacht ik. 'Oh, gezonde peuken dus.'
    'Haha, ja zo kun je het zien inderdaad.'
    Stiekem probeerde ik mensen op een subtiele manier bewust te maken van roken, gewoon een stukje bewustwording, meer niet. Ook pakte ik soms het kleinste pakje wanneer iemand niets zei over de prijs. De volgende keer zet ik een clownsneus op.

Anyway, zo kabbelde de dag voort en er was nog een man die in de rij te wachten stond en ineens zijn winkelmandje terug gooide en de winkel uit rende. In een oogseconde zag ik dat hij een chocoladebroodje in zijn hand had. Ik vond het eerder sneu voor hem.
    Ook zag ik dat veel mensen hun hoofden draaiden en mee keken met wat ik allemaal aan het schrijven was wanneer ze bij de kassa kwamen. Dan verbergde ik het briefje snel. 'Liefdesbrief aan het schrijven?'
    'Ja, iets in die richting.' knipoogde ik dan.

Reacties

  1. Hoi Freek, we kijken elke dag uit naar je blog. Het is voor ons heel plezant om uw avonturen te lezen. Na de Corona komen we eens langs.
    Groetjes ook aan uw vader. Eric en Inge uit België.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Heey Eric en Inge! Hartstikke leuk als jullie langs willen komen. Jullie zijn van harte welkom en we hebben een hele leuke plek waar jullie kunnen overnachten!
      Groetjes terug ook van mijn vader;)

      Verwijderen
  2. Je schrijft echt top man broertje.👌

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten