Column a la Youp

Ik wind me op over de telefoonmaatschappij. Ik zit hier aan de gezamenlijke eettafel en zie alleen nog maar mensen op hun telefoon. Het is een schermpje wat licht af geeft, ver weg van de buitenwereld. Het is alsof men er in gedoken is. En het leuke is: als ik zo'n ding van iemand af zou pakken en kapot zou gooien dan wordt diegene waarschijnlijk heel boos. Maar ik denk dat diegene mij later dankbaar zou zijn. Dankbaar voor het oplossen van z'n dopamine-overdosis.
    Dat zou een tip zijn voor een hedendaagse afkickkliniek. Bij de ingang zouden ze een mannetje neer moeten zetten in een zwart pak met de handjes gevouwen die een korte buiging maakt en de cliënten aanspoort hun telefoon in een bak te stoppen. Vervolgens worden de cliënten naar een gymzaal geleid waar ze naast elkaar zitten en moeten toekijken naar hun telefoon, die naast elkaar liggen op een grote steen in het midden. Dan pakt dezelfde meneer een hamer en slaat ze één voor één, onder de ogen van de cliënten naar de malletyfus. Als voorbereiding zou ik dan wel een gaas spannen tussen begeleider en cliënt. Twee dagen later mogen ze elkaar weer zien. Dan is de grootste woede er af en is het afkickproces al enigszins in gang gezet. Dat is het moment dat de cliënt nog wel boos is, maar langzaam maar zeker begint in te zien dat het leven een stuk leuker is zonder telefoon. Dan begint de cliënt haar eigen dopamine weer aan te maken.
    Ik zit te denken aan oplossingen tegen deze massaverslaving. Een verslaving waar we zo snel mogelijk iets aan moeten doen in de samenleving, voordat dit op hol gaat slaan en massale eenzaamheid gaat ontstaan. Ik kijk naar het van de beeldscherm van een jongen schuin tegenover me en ik zie korte filmpjes die twee seconden duren en daarna scrolt hij naar onder om een volgend filmpje van twee seconden te kijken. Ik neem hem even als voorbeeld. Hij zit al vanaf acht uur op het schermpje van z'n telefoon te kijken. Het is nu zeven over twaalf. Eén keer heeft hij omhoog gekeken, op zij, strekte zich uit en vervolgde de sessie op z'n telefoon met een zucht. Dit is geen geluk meer. Dit is afhankelijkheid, de staat die een heroïne junk heeft bereikt na z'n twintigste spuit, wanneer het geen meerwaarde meer is, maar een medicijn.
    Ondertussen heeft hij z'n capuchon op gedaan. Hij zit in een dikke winterjas, binnen, koekeloerend naar het scherm met zijn rug naar de rest gedraaid. Zijn ogen weerspiegelen blauw licht. Hij heeft hulp nodig maar weet het zelf nog niet. Eén goeie worp en een lege betonnen muur en z'n leven is gered.

Reacties