Een EK-voetbal-blog en Stephane

 'Sjongejonge' klinkt het in het cafe. Nederland staat achter en Berghuis heeft net een slechte bal gegeven. Het kan me wat. Die Tsjechen maakten twee mooie doelpunten. Ik zie ze al zo zitten in de kroeg in Balkbrug. We kunnen lekker klagen met z'n allen. Telkens wanneer de kroegbaas langsliep, bukte hij voor de tv om ons niet te storen. Wat een grappige man. Hij brengt nu de parasols naar binnen en zegt: 'C'est close.'

   Dat komt mooi uit, want ik voel me behoorlijk smerig van het zweet. Ik heb ontzettend veel zin in een douche en een goeie maaltijd. Maar waar ik ook zin in heb, zijn kicks. Op deHijhhh camping zijn veel jongeren en ik heb net een Belgisch jong stel ontmoet die ook de GR 5 wandelen. Ze komen zometeen Belgie kijken. Maar het cafe gaat dicht dus dat zal wel ergens anders zijn. Ik ga afsluiten.


Ik zit nu in een ander cafe, een kebabzaak eigenlijk met het Belgische jonge koppel naast me. Ze kijken Belgie - Portugal. Als Portugal maar niet wint.

   Zonet Jean-Marie ontmoet. Hij zat op het terras hier met een groot bord eten voor zich. Hij nodigde me uit om bij hem te komen zitten om een biertje te drinken. 'Quelle age a toi?'

   'Twenty-four.'

   Hij haalde z'n hand door z'n gezicht. 'Poow, je suis 62.'

   Hij was oud, maar jong van binnen. 'Do you read Stephenson? The writer? He's like you, walking to Rome. He knows a lot about it.' Anyway, hij had er zin in, een klein snorretje en at z'n vlees. HIj at het niet op. Maar ik had honger en toen de ober het bord kwam halen vroeg ik om z'n vlees. De ober gaf me nieuw bestek en ik at het vlees op.

   De Belgen naast me klikken hun tong tegen hun gehemelte om het balverlies van Belgie te tergen. Ze drinken van hun bier in m'n ooghoeken en hij vraagt nieuw bier.

   Ik heb nog steeds honger en zoek nog steeds een douche en moet even heel goed uit gaan zoeken waar ik eind juli ga zijn wanneer Bradda me op komt zoeken. Daar heb ik nu de tijd voor en ik denk dat ik hier een dagje blijf. Ik denk dat een rustdagje belangrijk is, als ik daarna maar weer verder ga, de weg van m'n hart blijf nemen. Wellicht niet de GR 5, maar gewoon liniarect naar het zuid-ooten. Ik typ nu terwijl ik naar de TV kiji. Hmmm, dit typt anders. 

   Vanmiddag liep ik over een pad maar zag dat het pad versperd was door een tafel met allemaal picknick-stoelen eromheen. Er zaten mensen op die picknickstoelen en er stond allemaal bier op die tafel. Ze zaten midden op het pad en ik deed alsof ik er niet langs kon. Dat kon natuurlijk wel. 'You want a desperado?' vroeg de man. Er waren ook kinderen bij. Ze zaten naast de ouders.

   'Oui, of course!' ik kon zeker een desperados gebruiken, een heerlijke koele desperados op deze broeierige dag. Ik kon er zo bij zitten en ze vroegen waar ik naartoe ging en wat ik aan het doen was. Ik vertelde hen m'n verhaal en toen ze vroegen hoe, wilde ik m'n kompas uit m'n broekzak halen, maar kwam na diep graaien, erachter dat die er niet meer in zat. Nu moest ik wel iets anders uit m'n broekzak halen, want iedereen keek naar hoe ik in m'n broekzak zat. Ik kon ze niet teleurstellen met een hand vol lucht. Ik had een zakmes in m'n broekzak, maar dat zou niet gepast zijn. Maar gelukkig had ik nog een harmonica in m'n zak, dus pakte die en begon een vrolijk deuntje te spelen. De kinderen lachten en klapten in hun handen tijdens het spelen. Het was zo leuk! Hierna vroeg ik of een van de kinderen de harmonica wilden testen terwijl ik op Joekoe akkoorden in de toonladder van C speelde. Dus het meeste wat die jochies speelden klopte bij de akkoorden. Dit gaf een muziekaal effect waar de ouders van onder de indruk waren, van wat hun zoontje speelde.

   'Et Covid!' zei een van de ouders.

   Ik pakte een babydoekje en maakte het schoon en lied het kind alsnog spelen. Die ouders begonnen te filmen en dat jochie speelde leuke tonen. Ik vertelde hem dat hij ook kon inademen en toen werd het nog beter. Ik wilde het zo leuk mogelijk maken voor dat jochie, want muziek is gewoon leuk. 'Tu veux acheter un harmonica!' zei ik. 'Jij gaat een harmonica kopen.'

   Ik dronk m'n biertje en kreeg allemaal koekjes mee en een baby-appelcompotedrankje waar ik een dag op zou kunnen wandelen. Helaas moest ik verder van mezelf, want ik wilde vandaag Liverdun Bereiken om hier op de camping te staan en een heerlijke douche te nemen zometeen. Ik was al bijna driehonderd meter verder toen die jochies ineens achter me stonden om me uit te zwaaien. Ik krijg bijna tranen in m'n ogen als ik hier aan terug denk. Wat een ontzettend leuk moment was dit. Voor dit soort momenten wil ik leven. Hier doe ik het voor, het gevoel nut te hebben, positieve invloed te hebben.

   Vlak voor dit moment heb ik leuk contact gehad met een ander gezin, ze zaten binnen aan de eettafel met het raam open en er kwam veel geluid vandaan. Een opa en oma met hun kinderen en kleinkinderen met z'n allen om een tafel. Ik dronk express m'n water op om te kunnen vragen of ze het bij wilden vullen, zodat ik met ze in contact kon komen. Hier was een jong meisje van een jaar of vier die eerst in hele andere kleren liep, en na het spelen van 'Somewhere over the rainbow' ineens in een Hawaiaans jurkje. Ze pakte haar eigen mondharmonica en dansde in het rond. Ze pakte een trommeltje en sloeg aardig op de maat. Ik denk dat zij een ster gaat worden, gezien de muziek die ze uitstraalde en haar leuke attitude met het Hawaiaanse jurkje, dansend voor haar hele familie, die lachte.

   Hun zoon had ineens lijm nodig voor z'n zonnebril.

   Ik vroeg wat hij aan het zoeken was.

   'Glue.' zei hij.

   Heel toevallig had ik nog lijm bij me dus had hij mijn lijm gebruikt. Ik kreeg van hen een shotje whiskey. Maar ik moest nog verder wandelen, een kilometer of vijftien, na een desperados en een whiskey.

   Het wandelen ging beter eerlijk gezegd. Ik voelde de blaren minder en voelde me lichter met een zware tas. Nu zit ik plotseling buiten naast een voetbalveldje waar Franse jongeren staan te voetballen. Ze gooien er allemaal trucjes uit en ik moet zeggen dat ze behoorlijk goed zijn, allemaal.

   Het was gisteravond toen ik in de kebabzaak zat naast Jean-Marie. Hij was een grappige oude man, pratend tegen iedereen die voorbij kwam of naast hem zat. 'You know vinyl?' vroeg hij. 'Non non non, how can I explain? Hmm, yeah quest-que vinyl dans Anglais.' Hij beet op z'n lippen. 'Ahh fuck, la plate, eehm, vinyl. Come on help me. Eeehm, vinyl... je ne c'est pas.' Hij gaf het op.

   'Yeah I know what vinyl is.' Vinyl is een ouderwetse plaat.

   Hij lachte. 'Aaah mann, you shit.'

   Hahah

   'J'ai de vinyl a Pink Floyd, Fleetwood Mac, Supertramp. Aah j'aime Supertramp, c'est geniale! Supertramp, psychadalicius. Et et et.. Bob Marley. Tu veux un biere?'

   'Oui!'

   Hij liep naar de bar en kwam terug met twee bier. 'C'est de first time I drank water in a while.' Op z'n tafel stond nog een glas water. Hij gooide het weg en vulde het glas met bier. 

   Ik vroeg hem of hij wilde tekenen voor de Paus.

   'Aah oui!' zei hij.

   Ik scheurde een hoekje van een papier af en gaf het aan hem. Hij tekende en schreef er iets bij. De vertaling: 'Nooit meer heilige oorlogen.' Hij begon te praten over het afhakken van handen. 'Dans Pakistan they do hah. Et la-bas, le Turk ici.' Hij wees naar de Turk in de kebabzaak. 'Il ha trois madam heh.' Hij haalde z'n wijsvinger onder z'n oog en trok het een paar keer naar beneden om aan te geven dat het misschien niet echt waar was.

   'A oui, peut-etre, il vuex share ton madame.'

   Hij begon hard te lachen. 'Ahouioui.' en pakte z'n spullen. 'I have to go.'

   Ik ging naar binnen om voetbal te kijken en te schrijven.

   Ik wil het ook nog even hebben over Cedric, een jonge man die me in Metz ineens aansprak op straat. Hij vroeg in een Americaans accent. 'Sir, can I ask you something?' perfect gearticuleerd.

   Ik vertrouwde het eerst niet, maar stelde mezelf open. Hij sprak bijna alle talen en was overal geweest, Australie. 'Australia are the most friendly people I've ever seen. They will help you with everything, and even, for instance, you don't ask for it, they will offer you a lift to the next destination. When they'd see you walking on the street.' Hij was bezig om een boek te schrijven waarin hij alle culturen mee wil nemen en wat er zo bijzonder aan is. Ook wil hij het in meerdere talen schrijven en hij vroeg me een paar vragen over Nederland. Nu moest ik ineens met non-steriotype Nederlandse dingen aankomen. En ik wilde niet dom overkomen, want die guy was behoorlijk slim. 'I know that most Dutch people eat at six o'clock.'

   'Oh really? But what do you know about the characteristics of Dutch people?'

   'Ehm, most Dutchies are really direct, like we say what we want to say and what is needed in the situation. We don't talk around something. And I know that in somH  lkj;lkjl;e parts of the Netherlands men would just ask a girl in the club if she wants to fuck, like that direct. I'ts in like the east of Holland, Enschede and that kind of parts. Or in an area called Balkbrug, if you would ever come there.' Ook vertelde ik hem dat ik onderweg was naar Rome en ik kreeg allemaal fruit van hem en koekjes. Ik krijg ontzettend veel eten en hoef eigenlijk nauwelijks boodschappen te doen. Behalve vandaag. Ja, ik ga nu wel even boodschappen doen.

Terug van het doen van boodschappen, is het plots donker geworden. M'n telefoon ligt op de diepfries onder het afdakje van het campingrestaurant en het toetsenbord ligt op m'n schoot. De letters worden getypt. Er zit een meid voor me te bellen, al een paar uur lang, en ze praat Arabisch of zo. 'Pervo dragalasch de kech, E habisch moi.' zegt ze. Het betekend dat ze zometeen bij mij in de hangmat komt liggen.
   Ik heb zojuist Stephane ontmoet, een man van tweeenveertig die zomaar de camping op kwam wandelen. Hij plofte neer op de tafel, toverde een fles wijn uit z'n tas en begon boterhammen te smeren. 'So you are extreme.' zei hij tegen mij.
   Ik was rode kool met wilde spinazi en vlierbloesem aan het opwarmen boven een vuurtje. 'Je kunt wel Nederlands praten hoor.'
   'Oh u bent van Nederland? Ik ben van Belgie.' zei hij. Hij hurkte voor me neer en vroeg waar ik naar onderweg was.
   'Rome.' zei ik.
   'Oh dat is toevallig. Ik ben ook onderweg naar Rome.' We waren beiden onderweg, wandelend naar Rome. Hoe toevallig. Alleen hij moest het op snelheid doen omdat hij maar tot eind augustus had. 'Ik moet dan weer terug zijn voor de pianolessen. Ik geef pianolessen maar vind het echt geen zak aan. Ik wil zo graag iets anders doen. Ik voel me echt opgesloten. Maar hey!' zei hij. 'Jij moet dat ook wel gezien hebben als je de GR5 wandeld, onderweg, die kooi. Je kunt het niet gemist hebben. Er was ineens, boven op een berg, een grote rooie kooi met twee kraaien erin. Ze vlogen telkens tegen de rand aan en er was geen mogelijkheid voor hen om te ontsnappen. Ik vond het zo typerend, want zo voel ik me nou ook. Ik voel me alsof ik in een kooi zit want ooit heb ik er voor gekozen om met muziek geld te verdienen, en er is geen uitweg meer. Ik werk twee dagen in de week, maar voel me zoals die kraaien in de kooi. De enige manier om te ontsnappen is wanneer iemand die kraaien bevrijd. Ik had het willen doen, maar had er niet de middelen voor, geen tang of iets dergelijks. Maar hoe toevallig dat ik die kooi tegenkwam, want zo voelde ik me nou ook.' Hij dronk van z'n wijn.
   Ik bedacht me dat hij deze reis naar Rome wilde gebruiken om uit de kooi te ontsnappen, om zich door iemand anders te laten bevreiden.
   'Ik zou graag voetbaltrainer willen worden. Jooh, Spanje staat vijv drie voor tegen Kroatie. Maar anyway, laatst had ik een gekke situatie, op een camping in Sierck. Er was een man die begon uit het niets tegen me te praten. Het eerste wat hij vroeg, niet hoi hoe gaat het hoe heet je, nee: "Geloof jij in toeval?" vroeg hij. Hoe gek. Dat was het eerste wat hij vroeg. En ik denk nu aan die kooi, want jij hebt ze dus niet gezien, maar ik wel. En we lopen dezelfde route. Ik vind het bijna geen toeval. Maar hier, zou je wat in m'n boekje willen schrijven?' vroeg hij. 'Ik vind het leuk om mensen er wat in te laten zetten.'
   Ik schreef wat in z'n boekje terwijl ik z'n verhalen aan hoorde.
   'Laatst, ik was net van plan om onder een chapel te gaan slapen, om m'n matje daar neer te leggen omdat alles te duur was, toen er een meneer naar me toe kwam. Ik wilde niet onder die chapel slapen en liet hem m'n pelgrimspaspoort zien. En toen zei hij: "Kom maar mee." en ineens kon ik in een voetbalkleedkamer slapen. Ook weer zoiets ontoevalligs, omdat ik voetbaltrainer wil worden. Maar toen heb ik in die kleedkamer m'n matje neergelegd en kon daar douchen. Wat een ervaring was dat.'
   'Vet zeg, maar wat ga je nu doen?'
   'Oh dat weet ik nog niet. Ik wil eigenlijk niet betalen voor de camping want heb weinig geld, dus ik ga zo weer even verder denk ik om een plekje uit te zoeken buiten de camping.'
   'De receptie sluit om negen uur. Het is nu negen uur.'
   Hij leek er niet over in te zitten. 'Ja, ik moet even dit berichtje beantwoorden.'
   'Ik heb alle social media verwijderd. Het geeft me rust.'
   'Naja, ik moet morgen weer om vijf uur op zodat ik om zes uur kan gaan wandelen, dus ze zullen geen last van me hebben, ik zal niet gaan douchen dus ik ben hier nooit geweest. Is trouwens wel een aanrader om eens om zes uur op te staan. Dan kun je zo heerlijk wandelen met een prachtige zon, ben je meestal rond twee uur of drie uur al op de plek waar je wilt zijn. Het is echt een aanrader.' Hij at een broodje en ondertussen kregen we van de chefkok een portie vissticks die ik over had en die hij in de frituur had gegooit, met friet. 'Oh ik lust er ook wel een bakje mayo bij.' Stephane stond op en kwam terug met een bakje mayo. We aten het op.
   Het werd ondertussen al schemer en Stephane moest z'n tent nog opzetten. Dit deed hij net op tijd, ergens achterin de camping. Toen hij terug kwam zeiden we elkaar vast gedag omdat hij morgen om zes uur vertrekt om een enorme wandeling te maken zodat hij eind augustus in Rome aan kan komen. Ik gun hem dat hij z'n doelen bijstelt en het iets dichterbij houdt zodat hij niet hoeft te haasten en zodat hij daardoor uit die kooi kan raken. Het leek me leuk om een paar dagen met hem te wandelen. 'Maar iedereen wandeld z'n eigen tempo heh, en ik wil niet steeds wachten op iemand die een pauze nodig heeft, en andersom denk ik ook niet, dat jij niet wilt wachten.' We gaven elkaar een goeie kletsende handdruk en beloofden elkaar te gaan bellen. Ik ben benieuwd hoe het hem af gaat want ik ben geinspireerd door zijn doelgerichtheid en de zekerheid die hij uitstraalde Rome binnen z'n tijdslimiet te gaan halen. Twee maanden heeft hij nog. Zonder op of om te kijken zei hij dat het hem ging lukken. Wat een inspirerende man. 'En ik zou je echt aanraden om eens om zes uur op te staan.' knipoogte hij en draaide zich om en liep naar z'n tent.
   Ik vind het jammer dat onze wegen gaan scheiden. Of zal ik morgen om zes uur opstaan?

Reacties