Een prachtig weekend.
Ik zit hier nu bij oma op het terrasje met een goeie kop koffie en de laptop op een bankje. Er hangen bloemetjes voor de veranda aan hangpotten waar een eind van de middag-zonnetje op staat. De tafel is van prachtig hout met mooie curvende nerven. Anyway, ik wilde een stuk gaan schrijven over de afgelopen dagen. Dat wil ik nu eventjes gaan doen.
Het was in Walhallab waar het leuk werd. Ik bleef die nacht bij oma slapen en kon zo op naar Walhallab. Het ontbijtje er in en gewoon gaan. Het was leuk en het houtbewerken was nog leuker. Ik heb een klemrek voor de ramen gemaakt voor Walhallab. En ook een bijzonder gesprek gehad met Inger. Het was in de middagpauze toen we naast elkaar kwamen zitten. Ze keek me aan met die grote open ogen van haar, door een zonnebril. Want de zon scheen. Het was de eerste dag met zon na een behoorlijke periode van regen. Ze had afgelopen dagen een date met een man die in een toren woonde. 'Hij woonde in een toren en dat vond ik wel interessant. Maar hij liet me niet eens even binnen voor een kopje koffie. Ik mocht in de gang staan terwijl hij z'n schoenen en jas uit deed. Toen hebben we daarna afscheid genomen.'
'Dus dat gaat niet wat worden?'
'Nee.'
'En hoe gaat het met jouw?' vroeg ze.
'Goed.' Het gesprek liep op een bepaalde manier de diepte in, dieper en dieper en op een gegeven moment hadden we het over de aarde en de hemel.
'Wanneer ik wandel met een grote tas op m'n rug dan wordt ik werkelijk de aarde in geduwd als het ware.'
'Maar geniet je dan niet van de prachtige hemel met wolken erin. En de vogels die om je heen fluiten en de prachtige hemel. Kijk de prachtige hemel.' Haar stem was zacht als een elf en haar arm spreidde ze om te gebaren hoe wijd de hemel was. 'Maar uiteindelijk kun je op de grond staan of door de wolken zweven, maar gaat het om de balans.'
We hadden allebei onze handen op ons hart. 'Hier zit de balans.'
Door dit gesprek ben ik in m'n hart gekomen terwijl Inger over haar hart streek. Even later zag ik Inger de vloer vegen.
Back down to earth, dacht ik terwijl ik het dakraam opende met de zelfgemaakte stok. De vogels floten.
Ik heb een gesprek met Marco gehad over m'n concentratieboog. Hij zei dat ik met een plan moest komen om een eigen boog te maken. Ik wil namelijk leren een pijl en boog te maken op een primitieve manier.
'Dan moet je even een plan bedenken hoe je dat wilt doen. En ik wil dat je me volgende week dat plan verteld. Oja, en taxus, taxus is een plant die groeit ongelooflijk sloom. Ik heb twee taxusbomen, het is prachtig hout, in m'n huis in Frankrijk. En die staan er al een jaar of veertig, maar die zijn nog niet hoger dan de eerste etage van het huis. Dus dan hoor ik je zeggen: ik wil even een boog maken van taxus.'
Ik moet met respect met die boom omgaan.
'Ik stel voor,' zei Marco, 'dat je eerst een boog gaat maken van beukenhout. Moet je eerst nog stomen dus daar komt ontzettend veel bij kijken. En trouwens, je moet wel je discipline laten zien. Het is de bedoeling dat je 's ochtends met jezelf bezig gaat en in de middag met Walhallab.'
Ik ga dus in de middag de vloer vegen, de vuurstapel maken, Maurice helpen met de schaafbok, leerlingen assisteren in het houtsnijden, nieuwe technieken uitleggen, vertellen wat ik weet over welke houtsoort en in de avond jamsessie.
En het plan wat ik heb met de beukenboog is: een groot stuk hout pakken, schaven naar filmpjes, weten hoe het zit met de buigbaarheid van welk hout, een stoombad maken, vormen op het hout uittekenen, schaven, buigbaarheid checken, vorm uittekenen, testbuigen, bijslijpen.
Ik ben een klein beetje pissed omdat ik de hele blog heb geschreven maar ik hem tot dit punt kwijt ben geraakt. De rest, vier a vijf pagina's lang, verdwenen in de vergetelheid. Maar gelukkig niet vergeten. Want na Walhallab reed ik richting Zwolle om met Lau en Ann te chillen in het Wezelande park. In de auto zong ik alle rommel er uit. Er zat een hoop depressie opgeslagen dat er allemaal uit ging. Ik bespaar mezelf de zangtekst. We hebben gezongen en we hebben een stok omhoog gehouden, balancerend op onze handen. Een jongen balanceerde het op de manier als een soort robotdanse met een schuifelend pasje, telkens een stap voorwaarts. Het leek wel een soort shuffle. Het was amuserend om te zien. Ik balanceerde m'n stok, gooide hem een stukje op m'n arm en ving hem weer op, balanceerde door en voelde mezelf even trots.
Ook hebben we een spel gedaan waarin ik Ann op m'n rug had. Ik voel minder energie dan vanmiddag tijdens het typen. Ik zit in een donkere kamer met links van me Spaanse vioolmuziek en rechts van me een brandende kaars. Met Ann voelde ik een connectie toen ze op m'n nek kwam zitten. Ik hield haar bovenbenen extra goed vast waardoor ze niet viel. We stoeiden met twee jongens die op elkaars nek zaten. Niemand verloor.
We zijn uitgenodigd door die jongens om nog bij hen te gaan zitten, maar we waren te druk met zingen. 'You are my sunshine, my only sunshine, you make me happy when skies are grey.' Ann zat ondertussen al naast me in de auto en we rijmden op éé. 'Ik dacht, ga met ze mee.' Maar Ann dacht anders. Ik herhaalde: 'Ik dacht, ga met ze...'
'Twee' sprong Ann in.
In het moment was dit briljant.
Nadat ik Ann thuis heb gebracht ben ik in m'n eentje nog naar het huis van die boys gegaan. Ik wist niets van ze, enkel hun adres. Het was een uur of één 's nachts toen ik aanbelde.
'Yo man, wilde net gaan slapen eigenlijk. Maar kom binnen.'
'Oh in dat geval hoeft het niet man.' Wel moest ik nu een slaapplek hebben en had de sleutel van Ed aan m'n bos hangen. Ik ben middenin de nacht bij hem het huis binnen geslopen en werd direct begroet door Woody. Er kwam gerommel van boven en ook Ed kwam beneden, niet wetende wie er in zijn huis stond. Gelukkig had ik een stem en kon hem van tevoren waarschuwen dat ik het was.
'Hoi.' zei hij. 'Wil je iets te eten?'
'Ehm, ja doe maar een plakje kaas.'
'Oké, help jezelf.' zei hij en ging weer naar bed.
Ik pakte een plakje kaas en pakte daarna het matras achter de bank en ging slapen.
De volgende ochtend zaten we buiten naast elkaar op de campingstoelen met een boeren omelet en zeiden niet zoveel.
'Dus, ik snap dat je best wel pissed bent.'
Ed begon te lachen.
'Tja. Ik haha, nou t is niet niks.'
'Hahahaha.'
Ed ging even een dutje doen terwijl ik van Zwolle naar Wezep wandelde. Onderweg kwam ik langs een stroomdraadje die gespannen stond en met een handvat opengemaakt kon worden. Er hingen allemaal blikjes aan. Verroeste blikjes, klokbierblikjes, bekende merkblikjes, schultenbraubierblikjes, pepsicolablikjes. Er naast hing een bord met: 'Atelier gesloten wegens mijn zoon die in afwachting is van een coronatest.' Als dat bord er niet gehangen had, had ik niet geweten dat er een atelier was. Ik besloot ondanks toch een kijkje te nemen en werd begroet door een vriendelijke mevrouw. 'Kom je een liedje voor me spelen?' vroeg ze.
'Haha, als je dat wilt.'
Na een poosje nam ze me toch mee haar atelier in. Er voor stond een plantenbak waar rubberen tuinslangen uitstaken met allemaal verschillende kleuren, geel, rood, paars, blauw, plastic aan de bovenkant wat bloemen voor moest stellen. 'Heeft u dat gemaakt?'
'Ja, dat klopt, dat heb ik gemaakt.' ze heeft het allemaal gemaakt met spullen dat ze in de natuur heeft gevonden, net als al die blikjes aan het hek voor haar huis.
'Dan wordt afval ineens kunst.'
'Kom maar even mee.' ze liet me twee zadeltasjes zien gemaakt van de stof van een groene spijkerbroek met een lederen dichtknoopkapje eraan en een dichtklapflap van harig koeienhuid om af te sluiten. Het waren mooie tasjes en ik wilde er wel twee voor m'n moeder kopen. Ze was namelijk jarig over een paar dagen.
Ik ben naar bed gegaan, opgestaan en aan het werken gegaan. Nu ben ik op een terrasje in Barneveld met een kop verse muntthee. De aroma's bereiken m'n neus en het ruikt heerlijk, als een frisse salade op een warme dag.
Maar ik was gebleven bij het cadeau van m'n moeder, want daarna ben ik doorgewandeld en heb mooie natuur bereikt en bomen gespot, een leuk boek genomen en een paar jochies ontmoet die een Ajax-voetbalsticker op Joekoe hebben geplakt. 'Nu zul je ons voor altijd onthouden.' zei één van hen. Dat was me het Ajax-logo wel waard.
In de avond ben ik naar het verjaardagsfeest van Jordy gegaan. Het thema was Narnia en het was zichtbaar toen hij me binnen liet. 'Welkom in Narnia,' zei hij terwijl we door een kast liepen met glinsterende slingers. De wereld veranderde in een donkergroen bos met bomen van papier maché die tot bovenaan het plafond reikten en groen licht waardoor alles een groene gloed kreeg. Overal in huis stonden planten die extra zorgden voor en jungle achtige sfeer. Ook Wopke, Jorry's huisgenoot was verkleed als leeuw, Jorry zelf als ridder, Aaron als Faun met geiten oren en enorme broekspijpen van schapenwol. Ruby John had een hoge hoed op en een aanstekelijke lach op een rood gezicht; Annie had een zilveren glimjurk aan en Bruun stond in een berenpak. Echt Narnia. We speelden een spel met wolven, koppeltjes, burgers, opzichters, hoeren en een burgermeester. Het was de bedoeling dat de wolven één voor één, iedere nacht burgers en de rest op zouden eten. Behalve de hoer, die kon niet opgegeten worden in haar slaap, want die sliep iedere nacht ergens anders. Het koppeltje werd met z'n tweeën tegelijk opgegeten omdat zij bij elkaar sliepen. We moesten iedere keer onze ogen sluiten voordat de wolven wakker werden, die moesten elkaar aankijken, zonder dat ze opvielen of ontdekt werden terwijl de rest hun ogen dicht hadden. Ze moesten samen bij één iemand langs om te vermoorden terwijl Jorrie het spel leidde. Jeroen, Daphne en ik waren wolven en keken elkaar aan terwijl de rest sliep. We kwamen tot de conclusie om Wopke te vermoorden, de leeuwenburgermeester. Hij ging alleen tot twee keer toe niet dood. Hij was dus de hoer. De ondankbare rol.
Ik moet zeggen dat de tweede ronde beter ging en dat ook vooral de achtergrondmuziek beter was. Laura zat naast me met haar lichtblauwe ogen en keek en zei tegen me, nadat ik als burger de eerste ronde vermoord was: 'Ja je bent vermoord omdat je iets zei. Als je stil was geweest dan was je niet vermoord.' waardoor ze verraadde dat ze de wolf was. Alleen had niemand het door. Ik mocht niets meer zeggen terwijl ze iedereen in haar slaap vrijuit aan kon kijken en kon doden. Haar ogen draaiden van links naar rechts, samen met Daphne om iedereen met huid en haar op te vreten, te lazeren. Ptsjuuuw, pooowsj, Laura was on fire en sloot haar ogen langzaam en opende ze langzaam om haar vizier weer op een andere onschuldige slaper te richten. Alleen Aaron koos iedere nacht iemand anders door vrijuit met zijn arm te zwaaien bij wie hij deze ronde als hoer wilde gaan slapen. Hij koos zonder na te denken en ik weet zeker dat er die nachten corona door is gegeven. Schijt aan corona! Goed, zo wil ik het ook niet zeggen, maar in het spel mogen we schijt hebben.
Langzaam maar zeker druppelde de kamer leeg en om half vijf zijn we met de vijf overgeblevenen gaan zwemmen. Aaron ging op blote voeten en Ruby John wankelde met ons mee terwijl hij grappen vertelde. Jorry brulde om zich geen toen we in het natuurgebied aankwamen en we waren net vijf mannen die naakt naast een grote plas stonden waar damp boven ging terwijl de dageraad zich in het oosten begon te vormen. Het was verdomme koud en onze onderkoelde ballen konden het maar net aan. We gingen koppie onder en koppie boven en bleven een minuut lang stil in het water dobberen terwijl we onze ademhaling probeerden te controleren. 'Ik wil ook wel eens erkenning krijgen.' gooide Ruby John, 'ik probeer vaak iedereen erkenning te geven maar weet nauwelijks hoe het voelt om het te krijgen.' We waren ondertussen het water uit geklommen en sloegen handdoeken om. We vroegen onze levensvragen aan elkaar en praatten over alles wat te maken had met ouder worden. 'Wat zouden vogels tegen elkaar zeggen?' vroeg Wopke.
'Ik weet niet. Ik denk dat ze elkaar zo snel mogelijk willen laten weten dat ze wakker zijn. '
'Ik ben wakker ik ben wakker ik ben wakker.' schreeuwde Jorry met een dusdanig schelle stem dat het fucking grappig was.
'Passing through, passing through. I'm glad that I ran into you. Tell the whole wide world that I'm only passing through.'
Ik wil ondertussen even schrijven over Aaron, want de volgende dag zijn we heerlijk wakker geworden met 'I'm a barbie girl, in a barbie world. I'm from plastic, sounds fantastic. You can brush my hair, touch me everywhere. Come on barbie let's go party.' Ik heb een smile op m'n gezicht want het was zo fout. Aaron zette deze muziek op en we besloten tot twaalf uur 's middags foute nummers te draaien. 'I want to be a hippy and I want to get stoned, ma ma ma maa, marijuana.' Frans Bouwer kwam langs en sloten af met 'Never gonna give you up, never gonna let you down.'
Dit was het nummer van de dag geworden. Aaron had geen shirt aan en droeg een zonnebril terwijl hij een joint rookte met zonlicht dat achter hem door de lamellen scheen. Hij had een abracadabra tattoo op z'n borst in de vorm van een driehoek en speelde af en toe gitaar terwijl we een opera van Mozart Amadeus Wolfgang opzette. Het duurde twee uur en in de film werd ook gespeeld en veel gefogelvingerd door een ronde man met een brilletje en een scheiding die uit een enorm boek voorlas aan kinderen. 'Wir haben gefogelfingerd.' las hij voor. Net als wij. Wij haben auch gefogelvingerd. Aaron Fogelfingerde ons en Jorry fogelfingerde ons terwijl ik me gefogelvingerd voelde. Bah. Gelukkig was fogelfingeren alleen maar een tik met een wijsvinger op het achterhoofd, precies op het topje. Daar fogelfingerden we elkaar. Onze handen waren klauwen geworden en we fogelfingerden bijna de hele buurt wakker. 'Fogelfingerd dich mir.' zei Jorrie toen Wopke binnen liep met voor iedereen een boterham met ei en tomaat. Wopke bracht brood met hoemoes langs en chocolade en water. 'Yeah, alright.' zei Aaron. 'Let's go.'
We zijn naar Rian gegaan en hebben de rest van de dag in de zon gechilled om uit te brakken met Mr. Blue skie, up to win us. don't you know it's a beautifulla day. héhéhéey. En ik moet Aaron complimenten geven voor z'n muziek. We kregen applaus van meerdere kanten achter de schutting en zelfs een paar biertjes. 'Hey, is de muziek gestopt?' hoorden we na een uurtje stilte en staan onder de spoeier. De sproeier gaf een regenboog over een Aaron in de zon. Damn, spullen op de grond, handdoeken, de geur van zonnebrand, de geur van een frisse salade met lichtelijk azijntje en mango, blauwe kaas, spinazie, feta paardebloem als bittertje. Het was echt genieten die middag. Vooral toen Aaron zijn instrument, gloednieuwe gitaar er weer bij pakte. 'Dit is het kostbaarste wat ik in m'n leven heb.' zei hij herhaaldelijk. 'letterlijk.' Hij speelde just like a woman van Bob Dylan als nooit tevoren. Hij schoof over de snaren en het ritme met de tonatie en de balans in hard en zacht klopte. Hij gooide de ene na de andere kloppende toon en ik kreeg op een moment bijna tranen in m'n ogen. Aaron heeft de kwaliteit een ruimte te vullen met muziekaal geluk. En het maakt hem niet uit of het vijf mensen zijn, of honderd, of weet ik veel. Hij speelt zijn lied wel. We wiggelden op onze billen en applaus kwam eraan te pas en Rian keek me aan met een hoog gezicht, hoger dan de dakgoot achter hem. 'Damn,' zei hij. 'Jij kunt echt wel een bepaald gevoel overbrengen.'
Dit was het weekend. We sloten het af met een patatje bij het tankstation. 'Dit is nog eens patat.' zei Aaron.
Reacties
Een reactie posten