'Eau non potable'

Ik zit op een bankje in de zon en typ met m'n vingers op het telefoonscherm. Ik zit in de zon op een camping om kwart over elf 's ochtends. Ik heb m'n broek opgestroopt tot m'n bovenbenen zodat ze wat zonlicht mee kunnen pikken. Het is helderblauw hierzo en aan de overkant kan ik de prachtig puntige Franse Alpen zien. Damn, dit is toch wel het echte werk. Een paar van deze bergen zijn meer dan twee kilometer hoog. Ze staan aan de overkant van het meer, het prachtige helderblauwe meer. Wat een gesteente zeg. Ik zit naast het toilethok, wat nodig is ook, want ik heb van ondrinkbaar water gedronken.

   Het begon gisteren toen ik me plots misselijk voelde op een bankje tijdens het wandelen. Ik at een banaan en ging verder waarna ik meerdere malen mijn ontlasting aan de natuur heb moeten schenken. Tja, het was een dag van doorkomen. 
   Ik wilde perse bij het meer aankomen, Lac Léman, want had het utopische beeld in m'n hoofd dat ik mezelf in de hangmat aan de rand van het meer zag hangen en een frisse duik zag nemen, een boekje lezen, uitrusten; zo ver kon het toch niet meer zijn? Na iedere heuvel dacht ik: nu ben ik er. Wel zag ik de enorme bergen achter de heuvels en wist dat het nog maar eventjes was. Maar steeds stond er weer een heuvel achter die overbrugt moest worden. M'n telefoon was al een paar dagen leeg. Maar dan eindelijk stond ik op de top van een andere heuvel en zag het kraakheldere meer in de vallei; het was echt prachtig, prachtig op een heldere dag, bijna zo blauw als het meer. Ik schatte het nog een kwartiertje wandelen, maar dat werd niet waar. Het leek zo dichtbij, maar het was steeds weer een extra afdaling na de afdaling, gehurkt door m'n bovenbenen bij iedere stap om de demping op te vangen, tussen de wijnvelden door. Het was nog een uurtje of anderhalf voordat ik neer plofte op een grasveldje naast het meer, doodop. Het was de mentaliteit, het gevoel er bijna te zijn, dat me zo moe maakte, gepaard met een grieperig slap gevoel in m'n bovenbenen en het niet kunnen vrijlaten van m'n opgeblazen gevoel.
   Er lag een meisje in het gras naast me. Een prachtige jonge dame. Ik stapte op haar af en vroeg of ze een camping in de buurt wist. Ze had Aziatische looks, Zwitsers, slanke benen in een korte spijkerbroek. 'Hey. Yeah I know a camping.' Zei ze terwijl ze rondkeek voor een mooie plek. 'It's near where I live, ten minutes with the train. It's in Vevey.'
   'Oh, you live in Vevey?'
   'No in Montreux, it's near Vevey. Actually in London, but that's where I study. I'm here to visit my dad.'
   'Okay, London must be a beautiful city! But so should Montreux be.'
   'I went to Grandveaux to chill out with a friend but she's gone and I wanted to stay for a little moment, read a book. I'll see when I'm going back, it's just too good here.' Zei ze terwijl ze haar gezicht naar boven hield om het zonlicht tot haar te laten komen.
   'You want to have a drink over there at the terrace?'
   'Yeah sure!' lachte ze vriendelijk.
   We liepen naar het terras toe. 'I went to the Montreux jazz festival.' Zei ze. 'Yesterday was the last day.'
   Dat vond ik wel stoer. Ik kan me niet meer herinneren wat haar favoriete act was, maar het was een succes. Wat had ik daar graag bij willen zijn. Anyway, op het terras kwam er een man naar ons toe die zei dat alles gereserveerd was. Ik wilde heel graag een cola om de zuurtegraad in m'n maag een zwengel te geven, al wilde ik niet dat ze wist hoe ik me voelde, misselijk en belabberd.
   'Okay, I think we need to leave.' Zei ze. We stonden op en besloten de trein te nemen richting Vivey. 'I can show you where the camping is.'
   'Yeah that would be very nice!'
   Maar het was moeilijker om de trein te vinden dan de camping. We liepen langs een grote weg, maar moesten aan de overkant van het spoor zijn. We gingen onder wegen door, bruggen, probeerden langs bouwplaatsen te glippen, tussen hekken door te klimmen terwijl we sproken over wat ik vond van de mevrouw die zei dat ik niet naar de paus moest gaan. Jezus! 'How are you going to do that?' Vroeg ze.
   Goeie vraag, dacht ik. 'I think I'll do that by speaking to you and speak to a lot of people and just say to everyone to free him. I got a little book with signatures I collect from people who are with me. I want to show that to the pope.'
   Ze liep achter me aan en luisterde waarna haar vader belde dat ze snel terug moest komen om iets uit te praten met haar stiefmoeder. 'Shit, the train leaves in 5 minutes!' Zei ze.
   'Okay, I think we should go to the church and go under the bridge from there to the station. No I know that. Let's walk fast.' We liepen snel. Ze liep achter me aan. Ik draaide me om. 'Let's run.'
   'Good idea.' We renden. Ze lachte tijdens het rennen! 'So I think we're on time.' We stopten en hijgden uit bij het station terwijl de trein er al aan kwam. Ik bedacht me ondertussen dat ik foto's wilde gaan maken met mensen die vonden dat Jezus bevrijd moest worden.
   We stapten de trein in door de wijnvelden en keken recht uit over het meer en het gebergte daarachter. Ze maakte een paar foto's voor me die ze naar me zou mailen. 'There is the camping' zei ze en wees ernaar. 'Do you want me to come with you?'
   'You should talk with your stepmother.'
   Ze lachte en we namen afscheid met een knuffel. Het was een leuke korte romance.
   Maar ineens zat ik in Vevey en moest nog vijf kilometer naar de camping lopen. 'Lopen' doe je omdat het moet, 'wandelen' doe je voor je plezier. Dus ik zei lopen. Ik moest lopen.
   Gelukkig kwam ik na een uur bij de camping aan, maar was er geen plek meer voor een hangmat. 'You can place your matras on the ground.' Zei de campingbaas. 'But don't sleep near to the lake.' Hij deed z'n wijsvinger in de lucht om aan te geven dat het ernstig was en om duidelijkheid te creëren. 'Don't go sleep at the lake. Don't sleep close to the lake.'
   Ik was te moe om te vragen waarom en hoefde de reden er van ook niet te weten. Een oude man met donkere huidskleur zei me later dat het was omdat het meer behoorlijk hoog stond en de grond in de buurt weg kon zakken. Ik kon m'n matje neerleggen tussen twee caravans, een tent en een stacaravan met tuintje waar ik vier vierkante meter had. Het was beter dan niets en ik voelde me safe. Maar toen kwam die oude meneer naar me toe. 'J'ai trouve deux arbre' zei hij, 'follow me around the caravan.' Hij liep voor me uit en daar stonden twee bomen waar ik m'n hangmat op kon hangen, precies over een wandelgang. 'Tu ha la vue, un place pour mattre.' Hij gebaarde met z'n handen voor z'n ogen alsof hij een foto maakte, hoe het zicht er was.
   Ik hing m'n hangmat er op. Even later kwam hij met een biertje aan. 'Pour toi. Enjoy.' Hij was overal want overal zag ik hem. Vanochtend was hij de eendjes aan het voeren tussen de boten. Hij had een witte glimlach terwijl hij dat deed.
   Maar de vorige avond ben ik direct gaan slapen na een toiletbezoek en een lekkere koude douche.
   Middenin de nacht werd ik wakker door fluisterend gegiechel en waren jongeren onder m'n hangmat door aan het spelen. Ik besloot een brullend geluid te maken. Het was een prachtige nacht, hoe vaak ik ook wakker werd van geluiden of treinen. Het zicht maakte alles goed en de fijne sfeer op de camping. Vandaag ga ik helemaal niets doen en nergens heen. Ik ga helemaal opladen, een dagje weekend.

Ik had nog een inzicht. Wanneer je reist ben je bijna altijd buiten je comfortzone.

Reacties