appels in Almelo

 Ik wandel naar de stad en denk: 'Het is mooi weer voor een frisse appel.' En deze appels zou ik inkopen op de markt. En daar stonden twee dezelfde mannen achter de kraam. Ze hadden het zelfde gezicht, hetzelfde kale plekje op hun kruin, dezelfde bril, dezelfde ronde buik, dezelfde broek, dezelfde snor en zelfs dezelfde riem. Alleen riep de één: 'Verse bananen' en de ander 'Verse appels.' Ik koos voor verse appels. '10 kilo kleine elstars graag.' en de bananendoos werd volgestopt. Ik begon m'n ronde en de eerste meneer was heel blij met zijn appel, er waren mensen en kinderen met ijsjes die appels lustten. En een boel mensen pakten een appeltje uit de doos. Er was iemand die terug kwam rennen om 'Toch' een appeltje te pakken. Het was de liefde die het hem deed toen ik een winkeltje binnen kwam. Er stonden vijf deftige dames van een jaar of veertig die graag een appeltje pakten: 'Voor de dorst?' 'Voor moederdag?' Ik zei: 'Dat kan wel eens kloppen.' Ik koos voor het moment en mensen bedankten voor appeltjes omdat ze er ééntje uit pakten. Het is zo onschuldig om voor deze meiden appeltjes te geven, van eigen geld, voor eigen geluk, voor andermans geluk, voor de gezondheid. Ik kom langs de ijsjeskraam maar ik kom ook langs een atelier waar ik even binnen mocht komen en er staat een meneer met een hoed op. Hij zegt: 'Je komt op een goed moment want ik heb zin in een appeltje. Waar doe je het voor?'
   'Voor de vrolijkheid.'
   'Oh dat is mooi! Is het een initiatief van de markt?'
   'Nee eigen initiatief.'
   En toen zag ik een lach op z'n gezicht komen wat me een tinteling over m'n schedel liet komen. En daarom stroomde er bloed naar m'n hoofd, en dat kwam ook overeind en toen zei hij: 'We hebben vanmiddag een kattentheater. Wil je er bij zijn? Er komen katten en dan wordt de stadskat tentoongesteld.'
   Echt altijd wat te doen in Almelo. 'Ja, misschien kom ik wel even langs. Is dit een atelier?'
   'Nee, het is eigenlijk voor katten bedoeld. Maar we hebben ook kunst.'
   'Oh, dan kan het wel kloppen dat ik misschien wel langskom.'
   Er was een gezin dat bij de fontijn liep en dat meisje zei heel enthousiast: 'Jaaa!' en dat jochie ook. En ook de moeder wilde graag een appeltje. En daar staat Paco Plumtrek, één van mijn favoriete Almelose artiesten. Hij staat flyers uit te delen aan mensen. 'Ik wil dat jij een appel gaat eten!' zei ik en kwam met de doos aan, en toen kwam er een vent op een fiets bij staan. Hij reed ons bijna aan. En ik zei: 'Wil je een appel?' Maar toen begon Paco: 'Je mag hier eigenlijk niet fietsen.' En hij zei: 'Je staat middenop de straat man. Jij mag niet op de straat staan.'
   'Nee sukkel, jij staat op deze steen hier en gooit met modder. Ga eens even heel snel je gedragen, stuk onvreten.'
   De man, verdacht van fietsenaanrijding, hield niet op: 'Jij praat zo tegen mij? En dat vind je normaal? Ik vind ze moeten jou opsluiten. Denk je echt dat jij mag zeggen dat ik een stuk onvreten ben?' De man liet zijn fiets vallen. En toen sprong hij een meter de lucht in en duikelde op de grond met zijn borst eerst, liet zichzelf doorrollen tot op zijn knieën en sprong weer de lucht in en landde in karatehouding met een schelle kreet. 'En jij zeggen nu nog één keer wat ik ben!'
   'Een aardige man!' En ik weet niet wat ik dacht maar ik floepte het er zo uit. 'Je bent een stuk onvreten!'
   Maar ik hoorde hem nog: 'Ren Freek! Freek toch? Ren!'
   Met de doos in m'n handen zette ik het op een lopen en kwam de man op de fiets in een noodachtervolging achter me aan. Ik wist het niet en zocht paniekerig naar steegjes in de Almeloose straten. Er was een hele mooie meid op een bankje en ze vroeg om een appel. Ik kon er nog net eentje naar haar toe werpen. Maar de man achter me zette aan en dat was wat de realiteit was. En ik wist ook niet wat me bezielde maar ik moest nu echt m'n leven gaan redden. Ik wist niet waar ik stond, maar nu wist ik het. Ik was alleen. Ik was nog nooit zo bang en alleen geweest. Toch hielp het niet. De angst bleef en de stress ook. Ik schreeuwde: 'Help!' Maar het was mooi weer! Ik moest me focussen op het positieve. Ik had nu wel een workout! En en en... ik wist zeker dat ik me wél zorgen moest maken. Ik ben hier beland en er was geen uitweg, ik moest er door en dat moest nu! gebeuren. Ik rende daar en wilde leven. Dus ik wierp pijlsnel de laatste appels uit en sprong de gracht in. Dus ik deed het zonder reden. Ik vond het een naar gevoel, maar de zorgen horen er bij. Ik moet doorzwemmen. Het verleden heeft me geleerd dat het vrije leven voorbij is. Ik kan niet zomaar roekeloos roepen en zomaar zeggen wat ik denk zonder dat er consequenties aan zaten. En dat is echt, ik ben niet meer vrij. En het komt niet vanzelf goed.

   Met natte kleren droop ik af en stonden er mensen om me te lachen, ze hadden een camera in hun hand en ik ging terug naar huis om m'n leven te overdenken.

Reacties