Vandaag

 En ik zit op de stoel om een verhaaltje te schrijven. Er ligt een snoeischaar naast me. En er staat muziek aan 'Carolina on my mind.' en er staat een ukelele in m'n kamer. Bertje heeft een mooie jurk aan vanavond. Ze laat haar haren vallen en heel stiekem eet ze haar stukjes shoarma stukje voor stukje op. En dat doet ze op een tempo van een bescheiden kat die zijn brokjes opeet, en het liefst met een pauze van één minuut voordat er een nieuw stukje richting haar mond gaat. In m'n ooghoek zag ik haar rond de tafel kijken naar mensen en luisteren naar de gesprekken. En niet alleen luisteren; observeren en het ritme van het gesprek bepalen. Ze was, zonder iets te zeggen de dirigent van het gesprek door haar ogen te focussen op Sjon en vervolgens op Kevin en weer terug. En wanneer het even stil was, prikte ze een nieuw stukje op haar vork en bracht het naar haar mond. Ze wist precies dat het gesprek op zou houden wanneer zij klaar was met eten en iedereen wist ook dat zij haar tijd zou nemen. Ze weerhield Sjon ervan om te gaan roken. 'Nou dat is dus ook nog een manier om te stoppen met roken.' En ik zat te kijken in m'n ooghoeken en zag dat ze me iets stuurde, een soort verbinding, een soort van: wij twee op de hoek van de tafel en de rest. Ik voelde het en probeerde iets terug te sturen. En ik schrijf hier vanaf de laptop dit gevoel. En ik wilde eigenlijk gaan want ik was bereid om te gaan schrijven vandaag en daar was ik op gefocust omdat ik snel m'n broodje pita opat. En het duurde maar en het duurde maar. We hebben zeker twintig, misschien wel dertig minuten zitten wachten voordat Bertje haar laatste stukjes shoarma op had. En ik wist gewoon dat ze iets van plan was, dat ze van plan was om langzaam te eten zodat wij moesten wachten. En ik wist ook zeker dat ze een verdomde aaargh... ik wilde haar... ik merkte dat m'n piemel omhoog ging. Waarom gebeurt dit steeds als we aan het praten zijn of als we contact maken samen. We hebben telkens een soort zone tussen ons waar niemand anders tussen zit, gewoon door haar aan te kijken en haar gezicht te zien, de zwarte stijle haren, haar grote Chinese ogen en haar mond gesloten maar altijd in een glimlach alsof ze paraat staat om een ijskoud biertje voor me uit de koelkast te halen. Ze zal luisteren en doen wat ik zeg. Ik zeg: 'Bertje, mag ik je nummer?'
   'M'n nummer?'
   'Ja, dan kunnen we wat appen.'
   Dus dat ... 'Oké!' zei ze ingetogen opgetogen. 'ik heb alleen m'n telefoonnummer niet en weet hem niet uit m'n hoofd.'
   'Ah oké.'
   'Maar dan geef ik hem een andere keer.'
   En zo liepen we weer van elkaar af. Vertrouwen dat dit wel goed gaat komen.

Jaap heeft fantastische verhalen over zijn boerderij en over hoe hij altijd denkt aan de Daan, dat Daan altijd een goede gehaktbal heeft. 'Met die gehaktballen van Daan die zijn nog wel te doen. Maar die anytime ballen kun je elkaar de hasses mee inslaan hahaha!'
   'Ja dat zijn net van die...'
   'Gummyballen zijn het! Gummyballen waarmee je elkaar de hasses mee in kunt slaan. Jij weet dat ook nog wel Freek dat we bij die ene tent stonden en dat we daar zo'n bal hadden gehaald na Hooghalen, maar die kun je beter niet hebben. Wat een ontevreten ballen zeg. Maar die van Daan zijn altijd goed! Die halen ze ook bij de slager en zo.'
   Even later zaten we bij een snackbar op de hoek. We hadden een ijsje en ik had een Max Verstappen ijsje: 'Die is met Red Bull.'
   'Oh voel je de alcohol kick al?' vroeg Jaap en begon hard te lachen.
   'Of ik de alcohol van de Red Bull al proef?'
   'Ja? Hahaha.' en hij nam een grote hap met zijn lippen van het ijsje. We gingen omhoog. 'En die grijparm van zo'n machine werkt altijd, die gaat zeker meters ver!' zegt hij. 'Soo! Het zonnetje komt door!' Voor het eerst kwam het zonnetje door. En de liefde. Ja de liefde. 'We hebben zeker een half uur bij de ijsjes gezeten omdat het zo gezellig was.' Dat zei ik.
   Maar even was het ook minder gezellig, toen we in een groepje van vier met Sendy, Jaap en Olly in een groepje stonden. Ik had dorst en wilde eigenlijk even wat water uit de bus halen. Maar ik zei: 'Ik heb dorst.' en bleef vervolgens staan. toen ging het gesprek door. En toen zei ik een minuut later: 'Ik ga even wat drinken.' en werd toen raar aangekeken. En even later zei ik: 'Vond je het stom dat ik zei dat ik wat drinken ging halen?'
   'Ja, het leek net alsof je weg ging omdat je van Olly geen drinken kreeg.'
   'Maar dat bedoelde ik niet. Ik bedoelde dat ik dorst had en graag wat water wilde uit de auto.' Maar Jaap vond dat raar. Ik vond het ook raar, dat mensen niet zeggen wat ze bedoelen.
   Even later kwam er een vent naar ons toe die begon te praten over het weer en dat het al de hele dag slecht weer was. Het miezerde inderdaad, en dat kon iedereen zien en voelen. En het werd herhaald. Het was sowieso een gesprek van niets, maar die vent moest mij nog even recht in m'n ogen aankijken vlak voordat hij weg wilde gaan: 'Maar in Italië is het helemaal waardeloos.' en me een wegwerpgebaar toe te werpen. Verder was enkel zijn rug nog zichtbaar.
   'Ja, jammer dat je het mee terug genomen hebt.' zei ik nog. Ik hoop dat ie het gehoord heeft en dat hij nu de kachel niet aankrijgt omdat z'n schoorsteen vol zit.
   Ik accepteerde het en bedacht me later dat hij waarschijnlijk maar gewoon zei wat er in hem op kwam en dat dat gewoon oké was. Helaas had hij kutweer in Italië.

Reacties