Lessen op werk

 Even schrijven. Even doen wat gedaan moet worden, even m'n liefde voor Jaap laten weten. Als ik Jaap zie dan is het altijd direct gezellig. We hebben een heleboel lol samen. Zoals wanneer we naar een tankstation rijden en samen naar een auto kijken die van de weg af gesleept is: 'Oh god.' zegt Jaap en knijpt zijn ogen samen op een lachende manier. 'Dat moet wel een vrouw zijn geweest. Kijk die heeft geen benzine meer.' En de motor startte en er kwamen grijze rookwolken uit. 'Dat gaat nooit meer starten.' zei ik.
   'Nee, die start niet meer hahaha.'
   En die auto stond daar wel een paar minuten te starten maar dat hele brandstofbuisje was leeg en moest hervuld worden. 'Oh god.' zei Jaap, 'moet je zien!' en daar kwam een vrachtwagen aan. En die knalde bijna tegen de auto aan. Het was geen gezicht hoe een puinhoop het was en die vrachtwagen reed weer terug en kwam toen vlak langs een bestelbusje te staan en toen kwam de grijze auto er weer aan maar er kwam een vent het tankstation uitlopen met worst. Hij nam een grote hap hap van zijn droge worst, gooide het papiertje in de prullenbak. Hij kon weer iets bedenken maar besloot te gaan kijken naar de chaos op het tankstation. De bestelbus reed naar achteren zodat de vrachtwagen zichzelf uit de nesten kon krijgen maar reed bijna tegen de grijze auto aan. En vlak voor de hoek van het tankstation: 'Dat gaat maar net goed!' riep Jaap met de bevlogenheid in zijn stem. Hij zette zijn voet op het dashboard en gebaarde zijn handen alle kanten op. En toen hadden we het over de wasstraat. De situatie loste zichzelf op.
   Even later, na de pauze, nog net daarvoor bij een autozaak begon ik uit mezelf een heg te snoeien. En toen zei hij: 'Nee, dat moet je niet doen.' ik keek naar de heg en Jaap stond naast me met de bladblazer op zijn rug. 'Nee, ik heb niet gezegd dat je dat moest doen.' hij keek en wees naar de heg. 'Je moet niet de heg gaan snoeien want dan wordt de baas boos.' We keken allebei naar beneden. 'Niet de bovenkant doen, doe de zijkant maar. Je moet echt niet gaan doen zomaar want nu luister je wéér niet.' Het was misschien al de zestiende keer dat ik niet luisterde, misschien wel al vaker. 'Nou ja, snoei maar af en ga dan maar schoffelen.' Schoffelen vond ik ook heel leuk dus ik snoeide volgens Jaap zijn instructies. Jaap zijn instructies zijn altijd de beste instructies. Ik moet luisteren wat Jaap zegt en die taken uitvoeren. Eigenlijk is het niet zo moeilijk. Dus de heggenschaar deed de rest. 'Als je niet luistert word je ontslagen.' zei hij. 
   Ik schrok en herhaalde de woorden in m'n hoofd. 'Als ik niet luister word ik ontslagen.' Dus ik ging luisteren. En dat was niet zo moeilijk als ik dacht. Maar ik zei: 'De volgende keer ga ik ook niet luisteren.'
   Jaap moest er een beetje om lachen. 'Nee je moet wél luisteren.'
   'Is goed.' dus ik ging de heg af snoeien. En dat ging als volgt:
   'Goed werk. Ik had het niet beter gedaan.'
   Dan.
   Het vuur in m'n hart begint weer op te laaien. Een oude vrouw waar we de tuin moesten doen, waar Jaap al jaren mee aan het brouilleren is, waar we de middag door zouden brengen. Dat vergeet ik niet. Ze komt naar ons toe, in haar prachtige fucking tuin vol vlinders en insecten en weelderige plantengroei, buxusbolletjes, haagjes, kunstig gesnoeide taxus en gras van een perfecte 5 centimeter. Haar man, die al jaren leeft op het zolderkamertje was er ook want de auto stond er. We zaten met elkaar te praten terwijl ik de buxus er uit stond te steken en zij de straat aan het vegen was. Ze stond de heletijd naast me en ik dacht: ik ga eens met haar praten over die man. 'Hoe gaat het met hem?' vroeg ik.
   'Hij is niet mijn man, het is mijn patiënt.'
   'Wat?' Ik keek haar aan vol onbegrip. 'Zijn jullie niet getrouwd?'
   'Nee we hebben een overeenkomst en hij is niet helemaal goed.'
   'Oh, wat heeft hij dan?' Ik kon maar niet begrijpen hoe je zo kunt praten over iemand.
   'Hij heeft een bipolaire stoornis en is een narcist.'
   'Oh?' ik keek haar aan en zag hoe ze met haar zeventig jaar lichtblauwe oogschaduw droeg en glimmende jukbeenderen met opgedirkt rood eromheen, haar voorhoofd onder het bruine botox en een zeker zelfvertrouwen uitstraalde waar een onzekerheid achter schuilde. Het zal wel. Die vrouw.
   'Weet je wat narcisten doen?' vroeg ze. 'Die zullen nooit zeggen dat het hun schuld is en zullen hun fouten nooit toegeven, en die geven je het schuldgevoel en die hebben. Het zijn echt hele nare mensen en..'
   ik wilde het niet horen en stak een buxus uit de grond. 'lekker weer heh?'
   'Ja!'
   Ik wist wel beter. Jaap kwam naar me toe en we werkten met elkaar. Ze stond met haar gezicht naar mij toe en Jaap stond er achter. Hij maakte een blik van een soort lieve grimace en een hand voor z'n gezicht langs op een manier. 'Laten gaan want dat mens is gestoord.'
   Dat klopt dacht ik.
   Maar ze ging door. 'Hij kan alleen maar boodschappen doen maar ook dat gaat mis, constant word ik door de Albert Heijn gebeld dat er allemaal dingen fout zijn gegaan. Hij zorgt er voor dat mijn ziel...'
   Jouw ziel? dacht ik, wat heb jij een verschrikkelijke ziel.
   Ik had wat blaadjes weggeblazen. En dit was de druppel, want Jaap zat ook al de heletijd bij de heg te snoeien. Hij zei: 'gewoon negeren, dat doe ik ook.' dus ik negeerde haar en deed m'n koptelefoon op met een muziekje. Ik had wat blaadjes geblazen en hoorde ze praten om de hoek van de heg. 'Nu heeft hij weer allemaal dingen verkeerd gedaan, hij had die blaadjes ergens anders heen moeten doen.'
   'Klopt.'
   'Volgens mij is hij een autist.' zei ze.
   'Is ie niet!' riep Jaap.
   Dit was de druppel. Ik kwam op haar afgestormd. 'Wat zeg je?! Nu ga je te ver!!'
   Maar ik kreeg enkel een hele gedetailleerde geniepige glimlach terug, met één sneaky mondhoek omhoog. En ik werd nog bozer. 'Je lacht in m'n gezicht. Doe dat nog eens en ik geef je en duw!' Ik was bloedserieus. Maar weer had ze het gore lef om naar me te lachen op die zelfde manier. Ik kon dit niet aan en liep weg.
   'Ik lach niet naar hem.' riep ze terug richting Jaap, 'ik lach echt niet naar hem. Hij zegt dat alleen maar om me klein te krijgen.'
   'Volgens mij gaat dit niet goed.' zei Jaap. Hij probeerde de boel te redden. 'Laten we maar weg gaan hier.' zei hij.
   Maar toen zei ze heel snel: 'Nee nee!' en bleven we toch maar.
   We stonden in de tuin en ze had de fucking ballen om weer bij me in de buurt te komen en zelfs op een afstand van twee meter. Ze stond daar met haar emmertje en plukte telkens een paar grasjes weg bij m'n voeten terwijl ik Jaap zag staan met de heggenschaar. Ik kon zien dat hij hier weg wilde, deze plek was niet zuiver, dit was haar koninkrijk en wij werden gevangenen. Ik dacht, ik ga eens kijken bij die man en kroop via de andere kant langs het huis waar het zolderkamertje was. Het raampje stond open dus hij kon me horen. 'Hey!' riep ik niet te hard. Er kwam geen gehoor dus ik zette er een ladder neer en klom omhoog. En daar zat hij naast zijn sterrenkijker op zijn bed. 'Hey.' zei ik.
   Voorzichtig keek hij op.
   'Hey.' zei ik weer.
   Hij kwam naar me toe. 'Hey.' hij had een grote wond op zijn voorhoofd en een groot aantal rimpels. Zijn ogen lachten.
   'Dat mens is niet goed.' zei ik.
   Hij lachte. 'Ik weet het.' het was stil tussen ons, ik zat te bedenken waarom ik dit eigenlijk aan het doen was. 'En hoe lang werk je al bij Jaap?' vroeg hij. 'Vind je het leuk?'
   'Volgens mij bent u een hartstikke vriendelijke man.'
   En ik zag hoe hoe hij opleefde. Het was een mooie dag met veel zonlicht. Het werd er een stukje beter van en we keken samen naar de vlinders en de bijen. Ik voelde me een stuk beter. We genoten even samen voor een paar minuten en praatten wat.
   Toen liep ik van de ladder af. Hij deed het raampje dicht en verdween weer. Nog geen minuut later kwam Jaap alweer met die vrouw als een labrador achter hem aan. Telkens stond ze in de weg en volgde ze ons, alsof ze de aandacht wilde hebben. Maar ze haalde het bloed onder m'n nagels vandaan. Dat ze dat nog durfde. Ze zat Jaap te commanderen en wat hij allemaal moest doen en tegen mij aan te lopen, telkens stond ze in het zicht op wat voor manier dan ook, dan wel bij de garage of de oprit. In ieder geval, Jaap en ik hielden er beiden een slecht gevoel aan over en ik vertelde hem over dat ik die man nog had gesproken. 'Ja? Zei hij het ook?' We reden wat en luisterden wat naar de radio. Die lieve Jaap had het moeilijk met wat er was gebeurd kon ik voelen. Hij wilde dit snel vergeten en zei: 'dit was de laatste keer bij haar.' 

Reacties