Werken met De Baas, De Zaag en De Jongen

 Vanochtend wakker geworden. De wekker was al een paar keer af gegaan en ik wist dat dit een moment was om scherp te zijn. Ik kon niet snoozen want dan zou het bij het volgende moment negen uur zijn. Nu moest ik er uit komen om op tijd op werk te zijn. Met eerst één stap en toen een volgende ben ik gaan douchen, strompelend en toen naar m'n kleren, daarna m'n handdoek, terug naar de kleren en de tas en de schoenen. Het ging allemaal ongelooflijk goed! Ik kwam bij de trein en stal eerst nog een banaan en een broodje ei uit de AH to go. Daarna in de trein ging alles wel vloeiend en kon ik vanalles doen, maar deed het niet. Ik vond een meneer in de trein wel vriendelijk. Op werk zijn we bezig gegaan met bomen. Er was een vent bij, een jongen van dertien en een vent van tweeëntwintig. De Zaag. Het was De Zaag. Hij kwam aanlopen en vroeg: 'Wie hef' die dikke piele op de bus getekent?'
   'Ja hij daar.' lachten ze en wezen naar mij. Ik heb het goed gemaakt door ook een sinterklaas eronder te tekenen. Het was ten slotte al bijna vijf december. En het was goed, totdat ik met de bladblazer langs de bus kwam en het achterlicht raakte. Het bleek kapot te gaan en het was niet het enige dat kapot ging. Ik ging er ook aan. Het was in de auto en ik ging weer over m'n grenzen heen. Met z'n allen moesten we een boom slepen maar ik gaf weer meer dan ik aan kon zonder te denken aan m'n lichaam. Ik zei: 'Hey!'
   Iedereen stopte met wat ze deden en keken om. 'Hey!' riepen ze terug.
   'Heeaaeaeaeaeaeiy!' riep De Zaag. Hij sneed een boom door midden en degene op de trekker moest nu gas geven om de boom in de juiste richting te trekken. Alleen degene zat niet op de trekker. Hij sprintte naar de trekker en sprong er op. De boom was al bezig met vallen en wat denk je? Zo snel de trekker kon reed hij naar de kant om de boom te ontwijken. Ik had geen enkel idee, want ik moest auto's tegenhouden. Ik stond op de weg en de boom ook. Er stonden ondertussen drie auto's en allemaal moest ik hen belasten met het slechte nieuws dat er nu een boom op de weg lag. Hoe? Met een simpele glimlach. Ondertussen werd er vlug gehandeld, De Zaag had een sjekkie aangestoken en de Baas praatte met hem terwijl de jongen op de takken was gaan staan springen. De jongen hield zich vast aan een tak boven hem en begon er aan te hangen. 'Kun jij even een takkie tikkie geven?' vroeg hij. Ik tikte tak en het viel allemaal neer. Het was een rotte tak en het was een tak om tik te geven. Tikken doe je door te trainen, takken tikken... De Baas was mee in de auto en ik moest lachen om dat hij eens achterin zat en dat De Zaag extra vaak over rotondes reed en overdreven hard remde. Hij reed een weiland in en er weer uit, reed langs hoerenhuizen, deed een vluggertje en trok weer verder terwijl De Baas maar achterin zat, opgesloten in de donkere kofferbak van de werkbus, zonder maar íets te weten. Sterker nog, toen ze het weiland in reden had De Baas niet eens gemerkt dat De Zaag de wagen vast had gereden in de modder en dat de boer hen er uit had moeten slepen met zijn trekker. En het leuke was, De Baas kwam daar op dit moment achter, nooit hebben ze het hem verteld. Ik had met hem te doen, zijn gezicht werd rood en zijn neus begon te jeuken wat bleek uit hoe hij zijn hele hand er overheen wreef. Het was zielig maar helaas waar. Wat helaas ook waar was was dat ik moest gaan. Ik bedankte iedereen voor een leuke dag en ging naar huis om te schrijven.

Reacties