Picnic

Ik moest werken bij Picnic, m'n eerste werkdag en ik trok m'n kleren aan, verzorgde mezelf tot in de puntjes met luchtjes en deotjes en gekamde haren, in de vereiste outfit. De werkdag kon beginnen, maar ik moest eerst ingewerkt worden, en dat gebeurde met een trainer van een jaar of twintig. Hij zou de hele dag bij me in de auto zitten en me beoordelen op m'n rijgedrag en klantvriendelijkheid. Hij zat naast me in het wagentje van Picnic, waarvan ik niet wist dat er meer dan één persoon in paste.
   Ik moest twee shifts voltooien. Eén zou onder begeleiding van hem gaan en de volgende moest in m'n eentje terwijl hij toekeek. Het was makkelijk werk, je reed gewoon naar het huis via de tomtom, parkeerde de auto op de straat, bezorgde de boodschappen en reed weer door naar de volgende klant. Het ging goed, totdat het niet meer goed ging. Het begon al toen we eindelijk aan de praat raakten: 'En waar woon je?' vroeg hij.
   'Zwolle.' zei ik. 'maar kom uit Balkbrug.'
   'Kom je uit Balkbrug?!' reageerde hij geshocked. 'Wat een pauper gat is dat zeg. Altijd gezeik met die lui.'
   'Oh, en jij dan? Als je altijd gezeik hebt, dan ligt het vast niet alleen aan hen, denk je niet?'
   'Jawel, altijd gezeik met Balkbrug.'
   Leuk eerste gesprek. Het tweede gesprek ging ook lekker.
   'Maar ik hoorde van m'n collega dat je een reis hebt gemaakt? Je was naar Rome gelopen?'
   'Ja zeker. Ben naar Rome gelopen!'
   'Nice, ik heb ook gereisd. Ik ben in Milaan en Rome geweest voor een voetbalwedstrijd.'
   Schattig, dacht ik.
   'Ja ik ben voor Dortmund. Ben je wel eens in Dortmund geweest? Dat is echt de allerbeste sfeer die je ooit zult krijgen bij een wedstrijd.'
   'Dat kan ik me wel voorstellen. Mooie club!'
   'Voor wie ben jij dan?'
   'PSV.'
   'Oeeh.' de sfeer werd plots serieuzer. 'Ik moet je nog beoordelen heh?'
   Ik besloot wat gas te geven om eerder bij m'n bestemming te komen. Wat een eikel dacht ik, volgens mij ben ik gewoon redelijk toch? Ik bedoel, wat ga je moeilijk doen over voetbal. Wat ben je voor een...'
   'Die was rood, heh?' zei hij plots, doelend op het stoplicht.
   'Oh? Volgens mij was die groen.'
   'Volgens mij niet.'
   'Ik dacht het wel.'
   Ik kwam bij het volgende huis aan en bracht de klant twee volle kisten met boodschappen en zette ze neer voor de deur. 'Dingdong.'
   Klant deed open, pakte z'n boodschappen aan en zei: 'Oh wacht, ik heb nog iets terug. Flesjes kon je inleveren toch?'
   'Ja dat kan bij Picnic.' zei ik.
   De beste meneer liep naar achteren en kwam terug met zes shoppers vol blikjes, kleine flesjes en bierflessen. 'Alsjeblieft.' zei hij.
   Moest ik nu 'dankjewel' zeggen? Vind je dat normaal verdomme? mij dit in m'n klauwen drukken en zeggen: 'zoek het maar uit?' Wel twíntig minuten heb ik zitten tellen en sorteren terwijl m'n lieftallige collega op z'n horloge keek en het raam van het wagentje opende: 'Schiet je een beetje op want je raakt achter op de bezorgtijd!'
   'Oh, en jij kunt niet even helpen als je je zo'n zorgen maakt?'
   'Ik ben de trainer.'
   'Oh, kun je me in dat geval trainen met flesjes tellen?'
   Hij was geen complete hufter en heeft me geholpen. Dus we konden weer door. En het volgende huisje was was geen huis, het was een flat. Jawel, had ik weer. Die rot boodschappen moesten naar verdieping acht, natuurlijk. Vijventwintig kilogram boodschappen heb ik de trap op getild, uitgeteld, buiten adem. Een vrouw deed open. 'Och, je bent met de trap gekomen? Waarom heb je niet gewoon de lift genomen? Ach, je had gewoon de lift kunnen nemen!' Ze lachte in haar vuist en pakte m'n boodschappen aan.
   'Ik kon geen lift vinden.' zei ik. Dit gebouw had ook helemaal geen lift, het was net een doolhof, overal hoeken en trappen. 'En ik wist niet welke verdieping jouw kamer was.'
   'Maar je hebt nu wel je sport gehad.' zei ze.
   En toen rook ik een warme zwoele lucht, een walm van zwaveleieren met satésaus. Ik draaide me om. 'Met een fijne avond.' en nam de lift terug naar beneden.
   'Je bent weer vier minuten uitgelopen.' zei die vent.
   'Zeg kun je wat andere muziek aan zetten?' vroeg ik. Het enige dat tot dusverre door de cabine werd gespeeld was 'boem raki taki' met een afgezaagde afro beat eronder. 'Heb je iets van the Strokes ofzo?'
   'Jawel. Welke? De meesten vinden het altijd heel moeilijk om muziek aan te vragen hoor.'
   'Ik niet. Heb je "Selfless?"'
   Het laatste adres was op vier hoog, geen lift, en de boodschappen waren zwaar. Deze man vond het normaal om zeker tien kilo bananen te bestellen, een hele kist vol. Ach ja, het was mijn werk. Ik vond het eigenlijk wel prima. Maar in het trappenhuis waren plots twee katten aan het vechten. En net toen ik er langs liep werd ik aangevallen met klauwen in m'n been. Ik gaf hen een schop in het luchtledige maar het gegrauw en de woede werd enkel sterker. De tweede kat sprong naar m'n hand en greep er in. Gelukkig kon ik de buik van het beest vastpakken en het van me af werpen. Zo snel ik kon liep ik naar beneden, de deur door en nog voordat ze me konden achtervolgden sloeg ik de deur achter me dicht. Terug in de auto werd me gewezen op de tijd. 'Waar was je mee bezig?' vroeg hij.
  'Dat geloof je tóch niet.' zei ik.
   'Nee?'
   'Ik werd aangevallen.'
   'Oh door wie?'
   'Twee katten.'
   Hij ging stuk van het lachen.
   Terug op de hub mocht ik naar het hokje waar ze met z'n tweeën tegenover me stonden voor een korte evaluatie met de vraag hoe ik het zelf vond gaan. Typisch zo'n vraag: 'Niet super goed.' zei ik uit voorzorg.
   'Je hebt een drivingscore van 77.'
   Ik was blij; zevenenzeventig! 'Van de honderd?'
   'Ja.' Hij keek naar het scherm op z'n computer. 'Dat is niet genoeg om te slagen. Dus we denken dat dit niet de juiste plek voor je is. Plus je bent over de tijd.'
   Nee bedankt dat je het vanuit mijn oogpunt bekijkt, maar volgens mij hebben jullie een werknemer nodig die meer geluk heeft bij z'n eerste werkdag. Ergens was ik blij met m'n score.

Reacties