Avontuurtje

Gisteren liep ik het huis uit naar de pinautomaat om m'n wekelijkse vijftig euro te pinnen. Op de fiets, pinde m'n vijftig euro en ging weer terug naar huis. Alleen miste ik de laatste afslag naar m'n huis. Ik besloot om niet om te draaien en door te fietsen. Het fietste wel lekker met de het windje van achteren en de zon die rechts van me aan het ondergaan was. Het was een uur of zeven 's avonds. Ik had nog tijd voor een klein stukje fietsen, met de sokken in m'n slippers en de korte broek kon ik gewoon rechtdoor blijven gaan, en kwam bij een brug uit, de brug over de IJssel. Ik ging er over en daar was Hattem, het pittoreske Hattem, met het grachtje rechts, de oude stadsmuur en de IJssel aan de linkerkant, vol boottouristen en yachten van rijke lui. Mensen van rond de veertig droegen zonnebrillen en prima joh. Het fietspad volgend, totdat ik niet meer wist waar ik was. In Hattem? Of toch al een stuk verder. Of wellicht was de IJssel nog wel een mooi mikpunt. Ik kon met de stand van de zon rechts van me en de wind nog steeds van achteren enigszins pijlen waar ik heen ging. En het ging bij de afslag rechts en het bordje: 'Veluwe' om de rotonde alleen maar rechtdoor. Het was een fietspad dat enkel rechtdoor ging. Nergens anders. Het waren geen rondjes, ook geen bochten, alleen maar een enkel fietspad, afgezonderd van de autoweg, rechtdoor. En zo simpel was het ook. Na een kilometer of vijf stopte ik bij een molen waarop stond: 'Drinkwatervulplaats.' Dus ik gooide de tank vol en besloot na een korte pauze van vijf minuten weer op de fiets te stappen, gewoon dezelfde richting in. Waarheen, geen idee. Als iemand had gezegd dat het moeilijk was, dan zat hij fout. Het was simpel. Ik begroette tegenliggers en liet m'n benen de wielerwagen doen rollen.
   Ik kwam in een dorpje terecht. Door de winkelstraat, de straat met restaurantjes waar het vol zat met gezelligheid en door een woonwijk. Er was een jongen in een auto die heel enthousiast zwaaide. Ik zwaaide terug. Volgens mij deed ik iets goed. Dit was voer om verder te gaan, het dorpje uit en een snelweg onder. Er stond een bord met 'Zwolle, 21Km' Dit was het moment waarop ik kon kiezen: terug of door? Het was allemaal oké en alle keuzes waren goed. Rechtdoor!
   Langs een drukke autoweg met bochten fietste ik de volgende bebouwde kom binnen. Dit was ook een dorp met bordjes en allemaal onzin, bussen die via via ook weer naar Zwolle gingen kwam ik tegemoet. Dus ik fietste er vandaan. Ik wilde ook niet weten waar ik was. Ik was in Nederland. Wat ik wist was de stand van de zon, de huizen en de bossen. Ik volgde geen borden meet, onder een viaduct door en weer tussen de weilanden. Het moest een uur of acht zijn. Maar ik was ook behoorlijk overprikkeld op een bepaald punt; alle details op de boombladeren en de straat waren heel intens en de mensen leken allemaal ver weg en plots dichtbij. De mensen! Ik was vreemd. Ik was afgezonderd. Van de mensen, ik kwam langs de 'engweg.' De boerenschuren waren bezaaid met raven die rondvlogen en het onweer dat plots boven hing. Langs de gevels was de maan zichtbaar, het zonlicht was verdwenen en de wind kwam van meerdere kanten dan de achterkant. Er zat niks anders op dan doortrappen in lichte stress, want m'n energie begon wat op te raken en ik voelde me wat down. Ik was voor even een gevallen man. Ik besloot naar mensen te glimlachen. Dit werkte niet, iemand fietste van me weg en de volgende trok z'n hond bij zich. Schijt an. Ik had nog steeds ook muziek bij me. Het hielp me verder want de zon kwam weer terug en de mensen waren vriendelijk en lachten naar me. Een jongen ging aan de kant en we zeiden wat tegen elkaar. Ik had de smaak terug.  Het fietspad was weer rechtdoor en de wind en de zon ook. Als ik deze kant op zou blijven fietsen, dan zou ik binnenkort in Apeldoorn ongeveer uit moeten komen. Dit was bijna onvermijdelijk, want ook ik had bordjes gezien met plaatsnamen erop. En inderdaad, Apeldoorn was rechtdoor. Rechtdoor!!!
   Ik kon ook rechtsaf, nu ik wist waar ik was. Er was nog veel te verkennen. En het was heel gemakkelijk om alle beelden in me op te nemen zonder navigatie, alle weggetjes en paadjes. Waarom ging ik niet naar rechts? Omdat het al laat was, en ik moest nog thuis komen. In Apeldoorn kon ik vast wel een trein pakken. Bordjes 'Station' hielpen. Dus die volgend, was daar het station. Ik heb het gehaald!  Er lag een telefoon in de trein en heb die naar de machinist gebracht. Hij leek dankbaar. Dus... zo werd een 'heen en weertje' naar de pinautomaat een impulsief avontuur naar Apeldoorn.



Reacties