Drijfzand in de schoenen

 Ik ben vandaag gaan wandelen. Eerst moest ik nog een gesprek doorkomen met iemand die best aardig was. Ze kwam bij me langs en we hebben wat dingen besproken. Dus om half drie kon ik vertrekken. Ik ging naar station Ommen zodat ik vrijwel direct op een zelf-uitgestippelde wandelroute terecht kwam. Het ging langs de Regge. Het was een riviertje die helemaal door een dal liep, zoals dat vaak ging met rivieren. Echter was dit dal anders. Dit dal en de paden die er liepen gingen door moerasgebieden met drijfzand. Er stonden letterlijk bordjes langs de route met 'Niet betreden, levensgevaarlijk.' Ik zag mezelf al tot m'n middel in het zand zakken in m'n eentje terwijl de zon onder ging. Die borden stonden er niet voor niets, dus ik ging de route maar eens bekijken of er écht drijfzand was. In het begin leek het niet zo, maar toen ik dichterbij de rivier kwam werd de bodem toch wat zachter en zakten m'n schoenen wel een centimeter of vijf het grasland in. Ik ging snel weer terug naar de route.
   De bedoeling van deze wandeling was dat ik ook ergens bleef slapen, in m'n hangmat tussen twee bomen, op de hoop dat ik op een zeker moment buiten m'n comfortzone zou komen. Dus ik ging op zoek. En dat moment kwam vrij snel. Ik liep langs een drukke autoweg met bussen die terug reden naar Ommen, ik wilde eigenlijk wel instappen maar besloot het niet te doen. Ik besloot rechtsaf te slaan en daardoor had ik geen idee meer waar ik was en of ik wel de goeie kant op ging. Het was ondertussen donker, dus alles was zwart en ik zag een horizon met een troebele vorm van maanlicht en de bomen die iets donkerder waren dan de bewolkte lucht. En het waaide. Af en toe kwam ergens het licht van een vuurpijl vandaan met een paar seconden later de knal. In de verte hoorde ik het zachte geluid van een dam. Er was een kano-instapplek met boeien die dreven op het stille water wat stroomde.
   Ik ging links af over een bruggetje en zag een tafel met twee bankjes en een paar bomen. De weg leek eindeloos; ik had alleen een hoofdlampje, en de cirkel van het licht scheen niet verder dan veertig meter voor me uit. Het smalle fietspad was zichtbaar en ik kwam in een soort focus terecht waarin ik alleen maar m'n stappen zette en vooruit liep, het niets in. Iedere stap was een stap en ik zette steeds een stap met een lichte pijn in m'n benen. Het ging om de volgende stap. Ik zat tussen wat was en wat ging komen, precies daar tussen, op de plek waar het leven zicht kreeg, het hier en nu. Ik liep over nog een bruggetje en het was alsof ik ook daar tussen zat. Het zat in de brug en tegelijkertijd in mijzelf. De brug passeerde en het voelde alsof de wereld onder m'n voeten rolde, alsof de aardbol als een bal bewoog en ik het liet bewegen. Het bankje. Ineens voelde ik me meer in mezelf en ging verder, kwam uit bij een bosje waar ik op een boomstronk ging zitten en een blik sardientjes open trok. Het moest allemaal snel gebeuren want ik had honger. En dat was ook goed, want ik had die eiwitten nodig. Ik pakte m'n mes en het blik en vrat het op. Misschien was dit ook wel een goeie spot om te kamperen, omdat ik toch nog steeds ergens in het midden van niets zat. Ik had geen flauw benul waar. Het ging er om of ik vuur kon maken. Er lagen wel wat takjes, maar alles was zo ontzettend nat. Het hout ging niet aan. De takken waren kletsnat en verrot. En ook het boomschors brandde niet. Nee, een vuur zat er niet in. Ik vertrok voorwaarts. Daar kon ik het halen. En ik zong. Ik zong over Alexander Pechtold, want ik voelde me niet fijn. Iets in deze omgeving was niet heel chill dus ik probeerde het op te vrolijken. En toen zag ik ineens twee gele puntjes in de verte, alsof ze licht gaven. Het waren twee ogen die de reflectie van m'n zaklamp terugschenen. Ik was doodsbenauwd en bleef staan. Het keek me recht aan. Ik kon niks zien van het verschijnsel maar wat ik kon zien was dat de ogen zeker verder uit elkaar stonden als van een hond. Heel langzaam greep ik naar het zakmes in m'n jaszak en klapte het uit. Het was een beest, misschien wel een wolf. Plots hoorde ik gegrom en geblaf en bewogen de ogen. Ik bleef staan en zette me schrap om te vechten en vluchten. Maar het geluid en de ogen kwamen niet dichterbij. 'Kutbeest!' riep ik. Het was angstaanjagend hoe er alleen twee gele puntjes zichtbaar waren die bewogen.
   Even later liep ik weer over de wandelpaden door de landerijen met al die dingen erin, langs het prikkeldraad. Ik zag er helemaal niets van en wilde eigenlijk doorstappen maar telkens gleed ik weg en zakte m'n voeten in het drassige landschap. Er waren geen lichten om me heen, alleen maar modder en prikkeldraad. Ik wilde over het prikkeldraad klimmen maar bleef er in haken en hoorde m'n broek scheuren. Het had geen zin, ik besloot gewoon door de modder door te balken. Maar ook dat werd te diep en ik wilde hier weg. Er waren graspollen die, wanneer je erop stond onder je voeten weggleden en toen stond je met je halve schoen in het water. Het was de discomfort waar ik om vroeg. Ik was buiten m'n comfortzone, hoera!
   Ik viel in het prikkeldraad waar ook nog eens stroom op stond. Een paar schokken overleefde ik, en zette m'n schoen erop zodat ik er overheen kon klimmen. Dus ik ging door het weiland verder en kwam bij de weg uit. Hier voelde ik me plotseling thuis. Ik dronk wat water en zette m'n telefoon aan de lader, at een stroopwafel en rustte even uit. Wat ging ik doen? Het was ongeveer half acht. Daar stond een fietspaddenstoel met het plaatsje Nijverdal, acht kilometer. Er was een station wist ik! Ik liep op karakter verder naar Nijverdal en zette nogmaals aan om het smalle fietspad langs het dal te overleven. Het Nijverdal. Ik passeerde een parkeerplaats en bossen, maar die parkeerplaats deed me denken aan Zweden, de raggare die toen vol stond met Amerikaanse auto's en feestende mensen en muziek. Het had een rauwe grijze sfeer van gravity artiesten en junks, maar de gezelligheid en warmte van een Lowlands festival. Het bracht me terug in een plezierige stemming. Dus ik had zin om weer lekker te gaan feesten. Maar dat zou morgen zijn, namelijk 31 december. 

Reacties