Avondje bij Ina

 Vandaag was weer een leuke dag. Gewerkt bij Ina en veel besproken met mensen. We zaten bij een vuurtje met een biertje en een heerlijk bord zuurkool. ik zei een paar keer hoe lekker die zuurkool was want die was verrukkelijk. We hadden die straat mooi even afgemaakt en praatten over onderwerpen. Ina had het over konijnen die als in een chaos alle kanten op renden omdat het half wilde konijnen waren. 'Ze liepen hier en daar zo maar rond in alle wegen en maakten holen in het weiland van de buurman die die paarden de poten konden breken. Dus de volgende dag schoot de buurman al die konijnen af.' We lachten er om. Ina had verhalen. En ik vertelde haar over de wedstrijd, dat die gewonnen was. Ik lachte er bij. We lachten en ik had gevoelens en ik voelde me redelijk stoer, dat we over servies lulden en dat naar de tyfus schoten met geweren. Ina d'r broer had een geweer en binnenkort gaan we schieten. We zaten te chillen bij het vuur en lulden over onderwerpen. Ik had het over een vriend die steeds weer ieder contact met z'n vrienden verwaarloosde. 'Ik voel me dan verantwoordelijk voor dat hij eens wat beter voor zichzelf moet zorgen.'
   'Maar dat is het hem, Freek.' zei Ina. 'Je hebt dat vanuit je thuissituatie meegekregen.'
   'M'n moeder was altijd depressief en ik probeerde haar dan op te vrolijken.'
   'Dat is een mooi inzicht, jij hebt je altijd verantwoordelijk gevoeld voor je moeder en dat heb je nu nog steeds, maar dan met je vrienden. Vanuit dit oogpunt kun je jezelf ontwikkelen.' Ina praatte over hoe ik dat kon repareren. En dat ik dat moest zeggen tegen die vriend.
   We waren beiden een beetje dronken en Ina gooide nieuw hout op het vuur. We brandden een boel weg met z'n tweeën. Het was goed zitten daar. We trokken een nieuw biertje open en zaten en keken en zeiden dat dit een goeie avond was. 'Ik moet pissen.'
   'Je weet de weg.'
   Ik dronk van m'n bier.
   Er stonden hits op. 'Alle bouwvakkers hebben dorst!' riep de radiomaker.
   Er was waarheid in dit avondje. Het was beter om bij Ina te zitten dan thuis. 'Je kunt nog wel fietsen toch? Hoef je niet te lopen.' zei Ina. Ik piste. 'Nee inderdaad, ik fiets nog wel.' Ik fietste en op de terugweg zong ik liedjes van liefde en zong dat naar mensen toe. Er waren mensen in de stad en op terrasjes en ik zong. 'I will always love you.' Het was goed en ik wist dat de waarheid dichtbij was. Vrijheid en goedheid en veel mensen die liefde hadden en er waren zoveel leuke mensen in de stad. Vanochtend had ik een tonijnbroodje gegeten om lekker de dag te beginnen. Vanmiddag was dat, vanmiddag bij een broodjeszaak. Ik leef!

Reacties