Dagje wandelen met Aaron
Ik bzit in een caféetje en zit hier. Ik wil eigenlijk weer stoppen. Ik heb stress. Maar het is wel even leuk om over de wandeling van gisteren te schrijven. Aaron was in de stationshal en stond bij de kiosk waar we elkaar ontmoetten. 'Yo kerel.' knuffel en een 'Heeeeey' terug. We bleven een seconde staan en lachten. 'Hoi!'
We begonnen direct te wandelen en praatten over zware onderwerpen. 'Maar zullen we het over andere dingen hebben?'
'Het gebeurt niet.'
'Oké, dan gaan we door op de ziel. De ziel volgen is een belangrijke taak in het leven. De ziel moet in alles gevolgd worden, zelfs wanneer het lichaam vraagt naar eten, omdat dan niet te doen. Het is zo zwaar.'
'Focus je op een licht punt.'
'Dat kan, dat lijkt me een goed idee.'
We liepen verder en liepen over een autoweggetje, een landweggetje met aan de ene kant het spoor en aan de andere kant graslanden. Het was net buiten Amersfoort in het gooi. 'Maar ben je wel eens IN Hilversum geweest. IN Hilversum? Maar echt IN Hilversum?' zei Aaron.
'Ik kom alleen maar IN Hilversum.'
'Kom jij vaak daar?'
'Ik kom vaak IN het gooi.'
We liepen over het weggetje en kwamen een vent met een sik tegen. Hij liep voorbij. 'Vet baardje!' riep ik hem na.
'Dankje!'
'Wat heb je gestemd?' vroeg Aaron al wandelend. Hij zette zijn ene pas voor zijn andere pas.
'Wat denk je?'
'Groenlinks?'
'Nee.'
'Partij voor de dieren?'
'Nee. D66.'
Aaron is van Groenlinks en gaat vaak naar caféetjes waar ze geitenhavercappu's hebben en waar ze wollen jassen dragen, peercakejes, en een jas van geitenhaar. 'Ja, daar heb ik vorige keer ook op gestemd!'
'Ja, ik ook!'
'VVD vind ik zo'n kut partij heh. Die Yesilgös is echt zo'n nare vrouw, zo'n teefje. Echt zo'n vreselijk...'
'Ja, zo'n meisje die vroeger in de klas altijd zo'n betwetertje was en dan "Sssst, Hèh." de hele tijd achterom kijkt naar de andere leerlingen om ze tot stilte te manen en...'
'Aaah, ik kan dat mens niet uitstaan. Dat ze ook niet met een normale linkse partij wil werken maar wel met een extreem rechtse.'
'Ja, ze gaat liever boren in Groningen dan normale politiek bedrijven.'
'Zeg maar 'nee' tegen alles, VVNee.'
'Ze komt van de SP heh, daar heeft ze gewerkt.' We liepen het spoor over. Er zijn vrachtwagens die hier vast komen te zitten, stond op een bordje, dat vrachtwagens gewoon doorrijden maar dat ze dan op de spoorbrug vast komen te zitten met hun laadbak en dat ze dan de kruising passeren.
'Penis.'
We kwamen uit bij een caféetje, de Generaal, en het zat helemaal vol met mensen op de dinsdagmiddag, allemaal Gooische vrouwen die daar zaten in groepjes van zes en twee, zakenmannen, allemaal in het oude café, de stalen palen en de trappetjes naar allemaal kamertjes, 50 jarige grijze dunne mannen die ronde Youp van 't hek brilletjes dragen en gelakte schoenen hadden, zware vrouwen met vetrollen, weggestopt in de bh. 'Wat mag het zijn?' vroeg een jonge dame in een strakke broek.
'Heb je wel eens jeuk aan je oor?'
Ze legde haar hand op haar oor.
'Doe maar een colaatje en een friet en een eitje.'
'Ik de burger.'
'Top, komt er aan!'
Ze kwam er aan en had een vriendelijk gezicht.
Jeroen zat in de hoek van de huiskamer, we kregen ons bier en ons eten. Jeroen at met zijn lippen. Het eten viel half uit zijn mond. Hij dronk van zijn bier, nam een vette hap van zijn burger. 'Dikke zon jonge.' Hij stak zijn vinger in zijn neus en draaide rond. Hij draaide zijn hele hand om zijn neus uit te graven. Hij stak het in mijn mond.
'Heeeeeuh' ik kokhalsde proest proest.
Jeroen lachte zich rot. Ik smeet wat patat in zijn mond. Het was vies. Ik probeerde de smeerboel rustig te krijgen. Het was een boel. Maar nog steeds wel zoals vroeger. Zoals we als mini Jeroen en mini Freek zaten te rollen in de modder. Het was een genant, ik wist niet meer waarvan de barman me kende en ik kan zijn gezicht nieteens herkennen, maar hij wist wel dat ik Freek heette. Hebben we bij elkaar in de klas gezeten?
'Is alles naar wens?' vroeg de gastvrouw
'Ja zeker.'
'Mooi!' ze liep naar een andere tafel met haar billen.
'Wat een goeie gastvrouw. ze is overal direct bij.'
Het rook naar sinaasappel. oranje en ruw aan de schil. Het was een gezellig restaurantje, er werd gepraat over VVD onderwerpen, over erfpacht en vastgoed, over dure auto's en homo's..
'Zullen we verder gaan?' vroeg Jeroen.
'Ja, goed idee.'
We rekenden af en liepen verder, een bospaadje op, waar alle mooie kleuren van de gele bladeren en de herfstige bomen op het pad lagen en de zon scheen door van links.
'Niet het pad van Yesilgös,' Zei Aaron 'links van het spoor en de zon die van links komt.'
'Hahahaha'
We liepen verder en kwamen op een bospad met dennenbomen en sparren, mossig terrein en mevrouwtjes met honden, we stopten even en Aaron keek richting het zonnetje en met zijn keel in de lucht, zodat die bedekt was met licht. Hij genoot van het moment. Het was prachtig, het pad en er waren vlaggetjes die het pad aanstippelden, zodat we niet verdwaalden. Die vlaggetjes volgden we, zoals ik ook deed toen ik naar Rome liep. We liepen naar links en sloegen af naar rechts, gingen rechtdoor bij de kruising en liepen door de bladeren en de dennennaalden. Het was een prachtig pad, geaard en zonnig door de bomen. We hadden een pachtepa. Het was gewoon goed allemaal, en we hadden vrede met het moment. Ik zette muziek op over een zwerver die zijn sigaar in een plas met water gooide, waardoor de andere zwerver de sigaar niet meer op kon pakken en kon roken. Ik danste op de muziek en we hadden muziek op over 'Freek' alle Freken in de muziek waren gek, alsof een Freek altijd gek is. 'Freek was een imbiciele jongen, een mongool.' zong de muziek. of 'Freek was gek, hij had een gekke bek.' Ik voelde me gek en sipjes. Maar het was toch gezellig. We gingen deurdonderen van Normaal en ik dacht aan een groepje boeren die in het rond zwaaiden en sprongen en bier naar elkaar gooiden. Wat een fantastisch beeld was dat om de op het podium te staan en een groep van die boeren te zien springen met bier dat door de lucht vloog. En rock op de voorgrond. We zogen elkaar af. Het was een bilspleet. We voelden ons goed terwijl we door het bos liepen tussen de bomen door, over het pad, op de juiste route. 'Ik zou ook wel eens naar Rome willen lopen.' bedacht Aaron. Hij zei het terwijl we de vlaggetjes volgden. 'Zullen we een keer samen naar Rome lopen?'
'Als ik vrij kan krijgen van werk. Maar dan wil ik wel in hotelletjes slapen.'
Het was moeilijk. Maar het was ook makkelijk. Ik sprong in het rond en we liepen langs de plassen, maar ik sprong expres tegen Aaron aan. Hij was er merkbaar niet blij mee. Maar het was oh zo belangrijk om iets te laten zien. Ik vond het ook lastig om me in te leven.
We liepen verder, langs open gebied, er was een zonnetje en Aaron zette zijn bril op, zijn zonnebril. Het was een lange rechte weg van een paar kilometer die we nog moesten overbruggen. We konden in de verte kijken en het was een vrouw die voorbij kwam met doeken om haar hoofd gebonden. Ik dacht aan theedoeken, het was tegen de zon. De weg ging rechtdoor. We liepen Hilversum IN! 'We zijn nu IN Hilversum.'
'We zitten erIN.'
We liepen door de woonwijk en kwamen al snel bij het station uit, waar we linksaf sloegen. Naar een kroeg. Er was nog iemand in de kroeg en de kroegbaas. We waren met z'n vieren en gingen aan de bar zitten. 'Jongens, wat willen jullie drinken?'
'Een radler en een biertje.'
'We zijn net van Amersfoort hierheen komen lopen.'
'Dat is nog wel een stukkie.'
'20 Kilometer.' zei Aaron.
'Mijn dochter woont in Amersfoort.' zei hij.
'Hoe heet ze?'
Die andere gozer kwam er bij zitten. De barman gaf hem een biertje zonder dat hij erom vroeg. 'Dankjewel' zei hij met een zucht terwijl hij op de kruk plofte. Hij begon te praten. 'Ja ik ben glazenwasser, al mijn hele leven.'
'Ja, dat zijn de baantjes.' zei Aaron.
'Ik heb een buurvrouw uit Islamistan, zij krijgt gewoon een huis terwijl mijn dochter maar zit te wachten. Ze krijgen alles tegenwoordig. En wij, de werkers, wij zitten maar belasting te betalen. Na een tijdje kun je een wereldreis maken van al het geld dat je betaald hebt aan de overheid. Of een dikke auto, zo'n porsche als die buiten staat.'
'Ja, maar die mensen hebben ook helemaal niets heh.' zei Aaron, 'die komen hier met niets en kunnen niet werken, ze hebben niets.'
'Ja, ik heb daar niks mee, die allochtonen. Ze moeten gewoon weer terug naar hun land.' Pleurt op.
'Wij gaan maar weer eens.' zei Aaron. We stonden op en bedankten de eigenaar voor de gouden vloeistof, liepen naar het station. Hier was het weer afscheid nemen. 'Het was gezellig man.' zei ik.
'Zeker. Snel weer!'
Reacties
Een reactie posten