Twee weken in een korte samenvatting

 Goed, het is ochtend en ik zit in het berghutje. Nouja, berghutje; een behoorlijke bergkamer. Het is een prachtige plek hier, waar ik ook zo even zeventig franck voor neergelegd heb toen ik gisteren, half bevroren om half negen aan kwam zetten in het schemer. Er zijn geen bomen hier dus had weinig keuze dan dit bedrag te betalen. Tja. Er was natuurlijk een andere keuze, en dat was m'n opblaasmatje op de grond neerleggen vannacht, maar wilde ook graag een douche en een goede nachtrust in een bed, na een dag van tien uur wandelen. Het ging alleen maar omhoog en omhoog; geen vlakke stukken, gewoon omhoog, twee kilometer. Ik heb twee kilometer aan een stuk geklommen met twee pauzes er tussen. Onderweg heb ik twee proteinerepen opgegeten, een zakje pinda's en een pak oreo's en ben nu door m'n snacks heen. Gelukkig heb ik nog kaas, haver en crackers, plus rijst en zakjes droogsoep. Kaas.


Ik moet een paar dingen afhandelen. Ik moet het verhaal met Giari af schrijven, ik wil de dagen met Adrian op gaan schrijven en ik wil de tijd met Heidi en Thomas gaan archiveren. Hier moet ik tijd voor vrij maken. Maar wat ik ook wil, is zo snel mogelijk naar Italie. Ik zou in principe over twee dagen in Italie kunnen zijn; dan moet ik vandaag zesentwintig kilometer wandelen, naar Arolla, morgenochtend naar het dorpswinkeltje en die middag de oversteek maken. Het is een glacier gebied wat over de drieduizend meter heen gaat, vlak langs de Matterhorn. Hier wil ik fit voor zijn, en het gaat waarschijnlijk een dag of drie a vier duren voordat ik in het volgende, Italiaanse dorpje aan ga komen. Dus ik moet hebben: -melkpoeder, haver, gedroogde groenten, pinda's, mueslirepen, koekjes. Ik ga me klaarmaken voor de wandeling van vandaag.


Het is avond en ik zit middenin de natuur. Ja, ik zit er midden in. Geen idee waar ik precies ben; op tweeduizend meter hoogte in een bos op een open plek tussen een paar omgevallen bomen. Op een meter voor me brand een vuur. Ik voel de warmte tegen m'n gezicht en m'n schenen. Ik zit op een steen en heb een kopje thee naast me. Het was een uur heen en weer lopen voor dit kopje thee. Ik heb namelijk geleerd dat bergwater in een bos moeilijk vindbaar is omdat het meeste wordt gebruikt door de bomen. Bergwater is vooral vindbaar op open grasland, hoog in de bergen. Ik heb een uur heen en weer gelopen, vierhonderd meter naar beneden, vierhonderd meter boven om dit kopje thee te kunnen bewerkstelligen. Vervolgens heb ik een vuur moeten maken om het op te warmen. Dit kopje verse brandnetelthee smaakt heerlijk.

   Ik hoor muziek van de Beach Boys. Ik voel de lichtelijke melancholiek, als een microdosis magische paddenstoelen. Ik kan er moeilijk bij wat dit gevoel is. Ergens voel ik het gemis van m'n ouders en zusje. Maar ook voelt dit levensecht. Ik ben alleen en zit hier op de steen. Ik ben echt in deze wereld. Het is een gevoel van vrijheid, maar ook een gevoel van... rust, eenzaamheid. Het is een gevoel. Ik zou het willen delen.

   Vonkjes schieten weg van het vuur met een knal. Ik volg ze dwarrelen.

   Dat niet alleen. Vanmiddag, vanaf het grasland van deze berg, zag ik de berg die ik over moet om in Italie te komen. Ik ben in Wallis overigens, vlakbij de Matterhorn. Maar dat is het punt niet. Alhoewel, dat is het punt wel. Ik ben hier en zag die berg, met sneeuw bedekte rotsige toppen en een enorme gletsjer ervoor. Deze gletsjer moet ik over om de grens te passeren; het is een laag gelegen punt, het laagste punt wat Zwitserland van Italië scheidt.  'Glaciers are dangerous.' zeiden twee wandelaars die me tegemoet kwamen. 'You should not do that alone.'

   Ik kijk naar boven en zie een paar sterren schijnen. Ik dacht: dankjewel voor jullie zorgen, maar ik doe het wel op mijn manier. Ik dacht: laat ik maar eens een keertje onverstandig doen. Ik kijk wel een filmpje over hoe je een gletsjer bewandelt.

   Maar even een korte samenvatting voor het thuisfront. Ik ben samen met Maëlie en Grag het meer van Geneve over gezwommen. Grag bleef bij ons in z'n vissersbootje terwijl Maëlie zich gedroeg als een ezel. Ze zwom een kilometer voor me uit en wilde geen pauze. Beetje kut als je zoiets samen begint. Maar we hebben daarna wel gelachen, en daarvoor ook. Voor iedereen die zoiets wel eens zou willen proberen: het was negen kilometer en we hebben er vijf uur over gedaan. Het water was ijskoud en er schoot kramp in m'n hamstring terwijl m'n rug compleet verbrand was; vier dagen daarna nog steeds, Maar de kick was het hem waard. Ik zou het doen, als je ooit bij Lac Leman bent. Er gaat een verhaal van iemand die van Montreux naar Geneve is gezwommen, een kilomter of honderd. Hij had er twintig uur over gedaan.

   Vervolgens kwam Giari een weekje langs en hebben we samen de eerste Alpenberg beklommen, Col de Bise, vlakbij Kolde Pavis in café de Neut. We hebben een muggenivasie overleefd, onszelf volgevroten in een all you can eat voor tweeëntwintig euro met z'n tweeën. Giari zei: 'We kunnen wel tegen dat restaurant gaan eten, maar hebben alleen onszelf ermee.' toen we ontploften. We hebben onze karma teruggekregen toen Giari bovenop de berg z'n enkel verzwikte. Gelukkig was er een dokter in de zaal. Hij heeft de enkel bestudeerd, behandeld en geanalyseerd. Het zou waarschijnlijk snel weer beter gaan. Gelukkig ging het ook snel weer beter. In deze berghut was ook bergboerin Berti. Ze was een mooie en leuke meid die hier zomaar terecht was gekomen, zo tussen de koeien en geiten. We hebben voor de hele zaal een lied gespeeld. Giari tikte een paar keer met z'n vuist op het hout en iedereen was stil, een man of twintig. Ze keken ons aan en we begonnen een lied te spelen: dirty old town, dirty old town. Hierna kregen we een applaus, maar Berti was nergens te bekennen. Ze was ergens achter, beland in het - 'hoerenneukennooitmeerwerkenverhaal' van Giari. Hij schudde het zo uit z'n mouw in een bekakt accent. Ik bespaar je de details, maar het was briljant. Die ochtend ging het beter met Giari's enkel en konden we toch nog een stukkie wandelen. Gelukkig niet te ver, want bij het dorpje kwamen we uit in de bus naar een ander dorpje, waar we uitkwamen op een parkeerplaats waar een vakantievriendengroep, compleet verschillende figuren ten opzichte van elkaar, een ingestuurde groepsdans kwam doen. De spontaniteit droop er vanaf. Het was blingbling, zilveren schoenen, snelle planga's, trainingsbroeken, jurken, grote pupillen, ronde buiken en alles door elkaar. Ineens kwam Ruud Gullit in z'n jonge jaren voorbij, z'n lookalike. We dansden mee en het was plots ontzettend druk, want de dorpsjeugd kwam er bij; een jochie was, beweerde hij, spits bij PSG. Het maakt niet uit. 'As-tu des animeaux?' vroeg Giari aan een voorbijganger met Australische looks.

   Een mevrouw die naast ons zat lachte om deze vraag  'As-tu des animeaux?'

   Ik dwaal af. Deze korte samenvatting loopt uit de hand, want toen waren we in de stamkroeg, meegegaan met Chichi die ons daarna meenam naar de after. 

   De volgende ochtend werden we wakker op een camping. Ik hangend in m'n hangmat, opgehangen aan het dak van een huis, Giari in z'n tent er naast, wakkergemaakt door een hysterisch vrouwtje die schreeuwde dat we moesten betalen, meegenomen door Chichi naar de volgende plek. Dit was Thonon-les-Bains, waar we de bus naar Genève namen. Hier hebben we zitten feesten, straatmuziceren, boottochten verdient in ruil voor muziek. We gingen hard in de strandbar tussen dansende jeugd, hebben leuke mensen ontmoet en zijn los gegaan. Het was Giari's idee om deze bar in te gaan, deze plekken te bezoeken. We zijn zelfs uitgekomen op een soort schiereiland in het meer van Genève waar techno werd gedraaid. Het was Zwitserlanddag en overal was vuurwerk wat boven de stad uit kwam. Het was zoiets als koningsdag. Iedereen droeg rood en wit, Zwitserse vlaggen en we stonden aan de kade, waar we tegen eelkaar aan werden gedrukt, hoge handen, zweetlucht, zonnebrillen, Giari die lachte met anderen, mensen die zich er tussendoor propten, op zoek naar een lege plek. Een lekker avondje maatje, voor als je dit leest. We zijn deze nacht geëindigd op het station, wachtend op de eerste trein, waar we de ene na de andere zwerver tegen kwamen. Eén had een hippiebroek aan, blote voeten en een grote rugtas. 'Hij loopt wel erg gemakkelijk met zo'n enorme tas.' zei Giari. 'Ik denk niet dat er iets in zit. Ik denk eigenlijk dat hij gewoon dacht: hey een tas, laat ik die eens om doen.' Ik vroeg me ook af of hij een hipster was of een zwerver.

   We speelden een spel. Iemand vóór ons was aan de drugs, helemaal in zichzelf, gebarend en pratend. 'Laten we een spelletje doen. Hij is z'n moeder aan het vertellen dat hij z'n ex zwanger heeft gemaakt.' We speelden deze scène in het moment van zijn handelingen.

   Iemand anders vroeg ons om te kunnen bellen met onze telefoons.

   We zeiden nee, maar vroegen elkaar wel af waarvoor hij moest bellen om half vijf 's nachts. 'Ik denk omdat hij z'n huisarts moest laten weten dat de zalf tegen z'n platvoeten niet werkte.'

   Gelukkig ging de eerste trein terug naar Commugny, daar waar onze camping was, de huis, tuin en keuken camping van Adrian. Het was ook direct de plek waar ik, toen Giari terug ging naar Nederland, een midweekje heb gewerkt. Ik heb hem helpen timmeren aan z'n nieuwe airbnb-hutjes. Hij was een echte beunhaas, in de positieve zin van het woord. Het hoefde allemaal niet zo precies, uitgemeten en waterpas. Het ging Adrian om snelheid. Sommige oplossingen werden gemaakt met een schroef in het dak en een blok hout er tussen waardoor de muur niet meer heen en weer ging. Adrian was Australier en had gereisd. Hij was ooit een week in de jungle beland in z'n eentje, maar wist er via scoutingskills uit te komen. Hij heeft gewerkt als bankier en hij zei: 'Be causious.' Ooit wil ik verder schrijven hierover en over de week met Giari, maar ik was alweer in Varen beland, daar waar het timmeren met iets meer precisie, beleid en voorbereiding ging. Timmeren met Thomas, iedere dag weer een nieuwe aflevering. Het was een workaway adresje waar ik kon werken tegen kosten & inwoning en een boel kon leren. Ik heb ontzettend veel van Thomas geleerd op het gebied van orde en timmeren, huizen bouwen. Hij was briljant, echt waar. Je zag het al aan z'n baard, z'n timmermansbaard. Hij had een lange grijze baard met wienig haar op z'n hoofd. Hij deed me wat denken aan de kerstman af en toe. Hij was gek, maar briljant. Hij dacht dat de wereld plat was, maar zelden heb ik zo'n fijne, warme man gezien. Ook al zou ik snel een vooroordeel hebben over iemand die denkt dat nine-eleven nep was en de aarde plat, maar hem had ik leren kennen voordat hij daarover begon. Hij had humor: 'A meal without alcohol is called breakfast.' zei hij, of: 'Don't say bon apetite. You only say bon apetite when the meal is not nice.'

   De eerste werkdag lachte hij me vierkant uit toen ik met een hamer zat te meppen op een plank die vastgeschroefd zat. Hij zei niets, lachte zich enkel scheel. 'Wir sind nicht von gisteren.' zei hij vaak toen hij de oplossing van tevoren bedacht. Hij was briljant en ontzettend sterk in mentaal opzicht. Z.'n vrouw, Heidi was ook leuk. Ze kookte iedere dag twee keer voor ons en was ontzettend gezellig.

   We hebben een raclette avond gehad, een traditionele Zwitserse raclette avond; heel de buurt at mee. Ik heb muziek gemaakt die avond. Het was ontzettend gezellig met May, een Myanmarees meisje. Ontzettend leuke avond gehad met veel kaas en wijn. Nooit heb ik zoveel kaas gegeten in m'n leven. Kaas.

   De volgende ochtend zaten ze alweer aan de wijn. Die middag ben ik vertrokken en heb een groot stuk kaas meegenomen omdat ik erg onderbetaald kreeg. Ze hebben me honderd euro gegeven en kosten en inwoning tegen een een week van vijvenveertig euro. Maar het was wel erg leuk en leerzaam. En ik moet zeggen, ik mis ze. Het ging te snel. Net als deze blog. Alles wat hierin beschreven staat, verdient veel meer tijd en aandacht dan ik er nu aan kan geven. Maar even ter samenvatting, nu zit ik op de berg, in de buurt van Italië. Het was ongeveer drie weken, de vorige blog.

   Nu is het donker en stil. Het vuurtje knispert en het was fijn om dit even op te schrijven. Ik voel me levend hier, zonder enkel geluid om me heen, behalve het tikken van de toetsen.

  Deze berg doet wat met me. Het is compleet windstil hier. Ergens hoop ik op een bezoek van een zwarte beer, een beetje spanning hier.

Ik ga m'n hangmat opzoeken.


Ik lig in m'n hangmat, opgehangen tussen twee dode, afgebroken bomen. Het is best wel frisjes, maar de sterrenhemel en de stilte maken het goed. Ik kijk recht omhoog vanuit de plek waar ik lig; het gaat niet regenen, dus hoefde geen dak te spannen. Ik zie de silhouetten van enkele toppen van dennenbomen om me heen. De sterren zijn ontzettend helder hier, en de nacht gaat koud worden. Maar een warme slaapzak doet wonderen.


Ik geniet. En ik heb ook wel zoiets van: een drukke Aziatische stad met brommers, tuktuks, nachtmarkten en drukke verlichte straten zou ook wel lekker zijn. Van het ene uiterste naar het andere. Ik denk dat een mens dit af en toe nodig heeft, een nacht in z'n eentje in de natuur naast een kampvuurtje. Het is echt ongelooflijk stil; geen krekels, vogels, muggen, stemmen, wegen. Enkel een soort ruis vanuit de verte. Je zou het bijna een white noise kunnen noemen.

   M'n slaapzak is van dons. Fuck yeah, ik vind het heerlijk, ijskoude vingers en een warm lichaam.


Ik had vandaag bijna een puppy meegenomen. Hij kwam zomaar aan wandelen, kwispelend in de hoge bergen met z'n belletje, snuffelend aan alles wat hij tegen kwam. Hij liep wel twee kilometer met me mee en ik vroeg me af wie de eigenaar was. Hij was zo leuk en speels en volgde me met alles wat ik deed. Mensen zeiden me dat ik zo'n leuk hondje had. Ik zei dat Herrie niet van mij was. Ik noemde hem Herrie wegens de bel die hij om had. Helaas had hij niet alleen een bel om, ook een halsband waar een telefoonnummer op stond. Ik deed het juiste en belde de eigenaar.

   Hij kwam een half uur later aanzetten en woonde in een dorpje tien kilometer verderop. Herrie was bezig met een behoorlijk avontuur.

   De eigenaar gaf me een drankje en bedankte me meermaals waarna hij me zelfs beloonde met twintig franck. Lieve man. De mevrouw van het berghutje, de eigenaresse gaf me ook een kop ijsthee uit de streek en zelfs een gratis warme maaltijd plus een pak met koekjes. Wat een lieve mevrouw was ze. En haar collega wilde me zelfs een fles perensap meegeven, maar dat kon ik echt niet aannemen, dat zou te veel zijn. En het was verdikkie een lekkere maaltijd poeeehw. 


Trouwens, ik heb gelezen dat de wolven en bruine beren populatie behoorlijk aan het toenemen zijn in de Alpen. Vooral bij de grens tussen Italie en Zwitserland. Kicken, maar ook wel spannend. Ik hoop niet dat er zometeen een nieuwsgierige bruine beer aan me gaat ruiken. Kut, ik heb koekjes bij me...


Anyway, dat was m'n dag wel zo'n beetje. Slaaplekker.

Reacties