Tussen het vlees

Er knort een kaars rechts van me, het ademt zwaar, alsof het leeft, alsof een slapende zwerver naast me ligt, die zo ineens met z'n ogen weid open me aan staart en zegt: 'Hallo!' Zo'n gekke kever die ineens met al z'n horens en sprieten over me heen kruipt op zoek naar een holletje. Ja, zo'n soort kevertje met van die vleugels, en die dan eitjes legt in het hol, en die jonkies die dan iets te vreten moeten hebben en beginnen bij het vlees. Het is donkerrood en gedroogd, zit tussen de twee neusgaten en zal binnen korte tijd opgegeten zijn. Je weet dit nog niet. Dit weet je pas wanneer het begint te jeuken, wanneer de eerste symptomen van reukverlies beginnen op te treden. De dokter weet van niets, geen benul wat dit voor een ziekte is, en waardoor het veroorzaakt wordt. Hij ziet ook geen bruine grijze krioelende beestjes met voelsprieten op de kop in zijn stetoscoop. Maar ze kruipen als muizen door de gatenkaas, als wormen door de mest, als maden door het schaap. Als een banaan door een kronkelende glijbaan. Het was gewoon vies.
   Maar hij had het nog niet door. Hij kreeg het pas door toen hij eens twee larven uit nieste. Verdronken in drek, kronkelend op de tafel. Hij stak z'n vinger in z'n neus en probeerde eens diep te graven met z'n pink, zo lekker diep, zo diep dat hij z'n hele pink er in wist te krijgen. Er zat ruimte binnen. Hij ging dieper. En daar verdween een tweede vinger. En een derde! Een vierde! En zelfs zijn duim ging er in! Hij wist niet zo goed meer wat er gebeurde en daarom werd hij bang. Hij ging liggen in foetushouding en wist zijn hand nog verder te duwen tot dat de hele arm er in zat, tot z'n elleboog. Nu kon hij kijken. Hij kon het niet zien, maar het was harig, als een vacht. En geel, als een kanarie, zo geel, druppelde er uit. Als van die paddenstoelen. Zo geel als paddenstoelen, knalgeel. En glibberig, het was ook erg glibberig. Nu haalde hij z'n arm uit z'n neus en zag daar, tussen de derrie en de zalf dat hij eerder al om de vleugels van z'n neus had gesmeerd om z'n ademhaling te stimuleren, een jong poesje! Een kleine kitten! 'Mieuw.' riep het snoezig, en hij zei: 'Aaahw.' Zonet bevallen van een kitten! En het had alle grijze beestjes opgegeten terwijl het er zelf van groeide. De doktoren onderzochten dit maar kwamen niet tot antwoorden.

Reacties