Rustdagje

Ik lig in hetzelfde bed in dezelfde houding als gisteren. Ik heb een fijn chilldagje gehad, weinig gedaan. Ik heb even mijn enkel behandeld. Blijkbaar was ik gisteren door mijn enkel gegaan want hij werd dikker en dikker naarmate de dag vorderde. De ronding van de buitenkant van mijn enkel was niet eens meer zichtbaar. Gelukkig was er altijd nog dokter Linda die wel van behandelen wist. 'Oh, even een sodabadje en daarna wat ijs er op.'

   Er ligt nu ijs op.

   Vandaag was, ondanks enkele regenbuien in het zuiden, de dag van het ijs. Ik heb namelijk het op ena beste ijs van Nederland gegeten. Dit was ijs uit Valkenburg.

   Trouwens, wat een geweeeeeeldig stadje is dat zeg, al die oude ruïnes, leuke caféetjes in een straat, zo druk als het centrum van Amsterdam, grotten, kabelbanen, kastelen op heuvels en omringd door bebossing. Wanneer je over het stadje uit keek, zag je alleen maar bos en heuvels aan de zijkanten. Erg knus en pitoresk stadje; gekleurde huizen ook, van roze naar geel naar rood naar oranje. Erg toeristisch ook. De toeristen vlogen je om de oren. Ik ging in een rustig caféetje zitten en at een tom kha kai soep, mijn favoriet. Hier heb ik in alle rust even wat kaarten geschreven. Ik heb vanalles gedaan waar ik je niet mee wil overvallen, kleine dingetjes, oninteressante dingetjes. Ik heb met Gerianne in een stok zitten kerven, met W-T stratego gespeeld (ik ben keihard ingemaakt, tot aan de laatste steen), in een parkje ukulele gespeeld, even gezwommen, een to-do list gemaakt die ik niet heb afgewerkt, een heuvel beklommen waarop niets te zoeken was en een zoete aardappelsoep gemaakt. Ze vonden het heerlijk, zelfs Gerianne, die helemaal geen zoete aardappel luste schepte twee keer op. En zelfs Linda, die überhaupt geen soep at, at vandaag soep.

   Oh, en ik heb nog tegen Linda gescrabbled. Na een bloedstollende nek aan nek race is de eindstand op 297 - 297 geïndigd, met punten aftrek. Het is echt waar, hoe verzin je het?

   Wat een fijne plek was dit om te zijn. Het voelde bijna als thuis; ik kon gewoon lekker doen wat ik wilde.

   Morgen vertrek ik hier, dan ga ik naar Maastricht. Wellicht komt Simon langs, 'dan gaan we die hele stad plat branden!'